1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Ze hebben Churchill gezien

10 feb, 2025 Onderdeel van proses

Column door Caspar Visser ‘t Hooft

Churchill was een grote dierenvriend, maar hij schijnt lange tijd te hebben gedacht dat honden hem niet graag mochten. Poezen wel, honden niet. Jammer dat honden niet kunnen praten, en dat daarbij bij hen het instinct de familieoverlevering overbodig maakt. Want anders had ik aan mijn hond, Sam, kunnen vragen wat zijn voorouders in de zoveelste graad – ik veronderstel in zo ongeveer de dertigste graad – van Churchill hadden gevonden toen hij tijdens de Eerste Wereldoorlog anderhalf jaar lang in het dorp verbleef waar Sam vandaan komt. Zomaar een dorpje in de Artois – dat is een streek in Noord-Frankrijk die overeenkomt met het departement van de Pas de Calais. In dat dorpje staat een kasteel in classicistische stijl, en dat was waar Churchill vanaf mei 1917 verbleef, en van waaruit hij het krijgsbedrijf aan het nabije front observeerde. Het dorpje heet Verschocq. En zo heet ook het kasteel. Een rare naam? Ja, want van oorsprong Vlaams: Evercoc. We bevinden ons op de grens van twee taalgebieden, Frans en Nederlands. In de vroege Middeleeuwen liep die grens een stuk zuidelijker dan nu. Alleen de plaatsnamen herinneren er nog aan.  

Sam

December 2021: dieptepunt van de Coronahysterie. Lockdowns, mondkapjes, allerhande bewegingsbeperkingen, vaccinatiedwang en verkettering van ongevaccineerden… Toen familie een verblijf samen met mij in de bergen moest afzeggen omdat vanwege het overschrijden van een bepaald percentage Coronagevallen de grenzen weer werden gesloten – de familie kwam uit Engeland – had ik zo de brui dat ik dacht: En nu een nieuw hondje. De bijna zeventienjarige terriër Asterix leefde nog, maar dat was alleen omdat ik zo laf was het spuitje telkens maar uit te stellen. Hij wilde nauwelijks zijn mand meer uitkomen, en buiten moest je het arme beestje haast voortslepen. Ik zag mezelf in de kortste dagen van het jaar niet alleen met hem doorsomberen. Nee, er moest nieuw leven komen, levensnoodzaak! Ik wist welk ras ik wilde, een épagneul breton, ik raadpleeg Internet, ik kom de foto tegen van een pup van nog maar een paar weken oud. “Over een week is hij beschikbaar”, zegt mij de eigenaar over de telefoon: “Dan is hij acht weken”. Maar ik kon al komen kijken. Verschocq, dat was voor mij een uur rijden. Ja, een sombere dag. Zo’n dag dat er nauwelijks verschil is waar te nemen tussen overdag en ‘s nachts. Zware, natte mistigheid. In de boerderijen, aan weerszijden van de weg, is binnen vaal licht. Geen mens op straat. De weilanden zijn moeraskommen, de boomstammen zien groenig. Winterse misère! De weg loop langs een hoge muur met daarboven een dichte takkenmassa. Als de takken wijken zie ik, op een hoogte, een stuk kasteel. Somber… In de bijkeuken van de boerderij maakte ik kennis met Sam. Het eerste wat hij deed toen hij me zag, was een plas op de vloer. Ja, die wordt het, dacht ik, terwijl ik naar dat draaiende achterlijfje keek. Sam. Er kwam weer leven in huis. Zelfs – even nog – voor Asterix…

Churchill

Goed, ik had Sam dankzij Internet. Nu moest Internet nog even opheldering verschaffen over de rare naam van zijn geboortedorp. En dat deed Internet, en meer nog, ik werd ingelicht over het kasteel van Verschocq en over zijn geschiedenis. Eeuwenlang was het door eenzelfde  adellijke familie gewoond geweest, en in de Eerste Wereldoorlog had Churchill er een onderkomen gevonden, die tegelijk diende als observatiepost. In 1917 was hij benoemd tot Minister van Munitie. Hij was de eerste aan wie, in de nacht van 10-11 november 2018, telefonisch de ondertekening van de wapenstilstand werd gemeld. Toen hij vroeg in de morgen de burgemeester van het dorpje Verschocq op de hoogte bracht, wist de rest van Frankrijk nog nergens van af. De mis die diezelfde morgen in het kerkje van Verschocq werd gevierd was de eerste dankdienst in het land. In zijn dagboek zou Churchill schrijven dat hij een goede herinnering overhield aan zijn verblijf in Verschocq. Hij wandelde graag onder de prachtige oude bomen van het park… En dan hoorde hij – dat neem ik aan – Sams voorouders in de verte blaffen. Op het erf van een boerderij, op het veld wanneer de boer er met zijn geweer op uit was getrokken om hazen te schieten (in 1916 was de noodmaatregel die de jacht verbood opgeheven).

Epiloog

Waarom ik Sam Sam heb genoemd? Ik denk wel eens: ik had hem Winston moeten noemen – of nee, dat klinkt snob. Sam heeft geen stamboom. Is daarom geen minder mooie hond – een en al zenuw, doet nog steeds plassen van vreugde wanneer ik thuiskom.

O ja, en wat Churchill betreft, die dacht dat honden hem niet zo graag mochten. Niets was minder waar. Dat bleek toen hij tijdens de Tweede Wereldoorlog van iemand een poedel kreeg. De poedel heette Rufus. Het werd een grote vriendschap. 

Sorry, comments for this entry are closed at this time.