Het moet even worden gezegd
27 jan, 2019 Onderdeel van plaisanteriesColumn door Caspar Visser ‘t Hooft
Ja, het moet er even uit, anders zit het maar bij me erin. Wat? Dat ik liever niet meer bij Nederlandse mensen kom lunchen wanneer ze in Frankrijk op vakantie zijn. O, en is dat alles? Ja, dat is het, maar ik woon al lang genoeg in Frankrijk om alles wat met eten te maken heeft hoogst belangrijk te vinden. Echt? – nou ja, zeg… Ja! Oké, en wat heb je dan tegen die lunches bij Nederlanders in Frankrijk? Dat is nu net wat ik jullie haarfijn ga uitleggen. Maar laat dit meteen gezegd zijn: ik heb niets tegen de mensen zelf bij wie ik ben uitgenodigd. Helemaal niets. Waar het om gaat, is dat de Nederlandse eetgewoonten in mijn ogen – of liever gezegd naar mijn smaak – te schril bij die van de Fransen afsteken. En na bijna dertig jaar wonen in Frankrijk zijn de Franse eetgewoonten de mijne geworden.
Hoelang nog?
Hoelang de Fransen nog trouw zullen blijven aan hun traditionele eetgebruiken, is natuurlijk de vraag. Ook in Frankrijk grijpt het monster van de globalisering, eufemisme voor gelijkvormigheid in United Colors of Benetton, om zich heen: hippe theehuizen vervangen bistro’s, vegan-instituten vervangen brasseries enzovoort. Afijn, voorlopig beperkt dit fenomeen zich tot de gentrified ex-volkswijken van Parijs, die ik overigens mijd als de pest. Nee, ze slinken weliswaar, omdat ze van alle kanten worden bedreigd, toch bestaan ze nog: hele lappen Frankrijk waar tussen de middag gewoon warm wordt gegeten, met een glas wijn erbij, en natuurlijk een stokbrood. Als dessert een eigengemaakte vruchtentaart, en tot slot een petit café. En niet zeuren: bij zo’n warme maaltijd zit lang niet altijd vlees. Een omelet met verse kruiden is een geliefd alternatief. Of anders een kaastaart.
Kom je bij Nederlanders op bezoek…
Tegen twaalven, dat was de afspraak. En ik trap er telkens weer in. Goed, ik verwacht geen typisch Franse keuken, ook weet ik dat het in Nederland anders zit met de gangen. In Frankrijk eerst een kleine hors d’oeuvre (meloen met een plakje ham bijvoorbeeld), dan het hoofdgerecht, dan pas de sla, die wordt opgediend bij de kaas, en tenslotte het dessert. In Nederland eerst de sla, dan de trits aardappelen/rijst/macaroni-groente-vlees (of wat daarvoor in de plaats komt), en tenslotte het toetje. Ja maar – en dat vergeet ik telkens weer – in Nederland krijg je dit alleen ’s avonds. In Frankrijk is half een ’s middags het uur van de hoofdmaaltijd (’s avonds, om half acht, wordt ook warm gegeten, maar dan hebben we het over een lichtere hap).
Goed, ik kom bij de lieve mensen aanzetten, met een fles wijn, op de camping of in het vakantiehuis dat ze hebben gehuurd… Halllloooo! Gezellllig ! Wil je een kop koffie? Wij zijn al aan onze derde toe. Ach hemel! – denk ik, terwijl me de moed in de schoenen zinkt: ik had het kunnen weten. Sta ik daar voor paal met mijn fles wijn… Een kop opgewarmde koffie dus, terwijl het intussen al ruim over twaalven is. En daarbij een plak van een aangesproken fabriekscake. Oké, altijd weer gezellig oude bekenden te zien. Daar niet van. Maar koffie tussen de middag, en dat vlak voor een rest salade niçoise! – Nog van gisterenavond, kant en klaar gekocht in de Intermarché. We dachten: Vind je misschien wel lekker voor bij de lunch, op z’n Frans. Voor de rest hebben we nog wat brood, en verder kaas uit Nederland. En de drank? Een koud biertje, misschien? O ja, natuurlijk, bier bij salade niçoise… Ik denk: zal ik gewoon maar weglopen? Nee – nee, het zijn Nederlanders. Wanneer ik ’s avonds zou zijn gekomen, tegen half zes, dan hadden ze zeker hun best gedaan iets lekkers klaar te maken. Net als toen ik in Nederland bij ze kwam eten. Nee, mijn schuld. Dikke bult. Om maar te zeggen: bij Nederlanders die in Frankrijk op vakantie zijn kom ik niet meer tussen de middag eten, of wat dan bij hen voor eten doorgaat. Nederlanders die er al langere tijd wonen, dat is een ander verhaal.
Lief van je, die fles – zeggen ze bij het afscheid. Ze hebben hem bij hun wijnvoorraad gezet. Voor ’s avonds. Ja, maar dan ben ik er niet bij.
Zo… Helemaal niet belangrijk, maar het moest er toch even uit. En nu is het eruit. En even goede vrienden.