1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Met de stoeltjeslift naar beneden

4 mrt, 2022 Onderdeel van proses

Column door Caspar Visser ’t Hooft

We brachten die zomer door in Genève, daar woonde mijn grootvader. Op een goede dag kondigde zich oom Maurits aan, onze lievelingsoom. Oom Maurits was een groot bergenliefhebber, van alle Europese bergmassieven had hij de hoogste top gedaan… Alle? Nee, niet alle, op zijn lijstje ontbrak de Jura. Hij vond dat daar verandering in moest komen. De hoogste top van de Jura is de Crêt de la neige (1723 m.), daar moest hij nog op. En wij – tieners – mochten mee. Ook Feyo, onze hond. We vertrokken tamelijk vroeg in de morgen, met de auto de grens over naar Frankrijk. Na Gex en de Col de la Faucille sloegen we links af, richting Mijoux en Lélex. In Lélex namen we twee-aan-twee plaats in een stoeltjeslift die ons van 900 meter naar 1450 meter de hoogte in tilde. Ik hield twintig minuten lang, op mijn schoot, een spartelende Feyo in bedwang, waardoor het genieten van het uitzicht er voor mij bij inschoot. Een eerdere keer hadden we Feyo, beneden gebleven, met ons naar boven laten rennen terwijl wij hem vanuit onze metalen stoeltjes toefloten. Dat was ergens anders geweest – een beetje gewaagd, nu ik erbij stilsta. Boven gekomen was het nog zo’n anderhalf uur lopen naar de top. Een makkelijke wandeling omdat het pad maar heel geleidelijk stijgt. Op de top stopte Oom Maurits een steen, die hij daar vond, in zijn rugzak. Voor zijn verzameling ‘stenen van toppen’. In Frankrijk hoef je niet bang te zijn daarop te worden aangesproken. Dat was Oom Maurits wel een keer in Canada overkomen toen hij in een ‘saloon’ de steen liet zien die hij op een top van de Rockies had opgeraapt. ‘Als iedereen dat doet, zijn er binnenkort geen toppen meer over’ – was de reactie, bloedserieus.

Die steen ging trouwens niet in de rugzak voordat er eerst een fles uit was gehaald. Een fles met sterke drank. Ik weet niet meer wat het was – Cognac? Schnapps? Het kan zijn dat het Enzian was, een sterke drank op basis van de blauwe gentiaan. Mijn moeder, die ook mee was, en die in aluminiumfolie ingepakte sandwiches uit haar rugzak pakte, keek wat zuinigjes toe. Ze kon niet beletten dat we elk een paar slokken van het sterke spul mochten nemen, in een metalen bekertje. De rest dronk Oom Maurits zelf op. De uitwerking daarvan kwam niet meteen, wel toen we weer bij de stoeltjeslift waren aangekomen. Op de heenweg hadden we besloten niet de lift terug te nemen en stoer het hele pad naar beneden te lopen, tot aan de parking. Oom Maurits, die de jongste niet meer was, voelde zijn benen knikken. Hij was niet meer helemaal helder bij hoofd. We duwden hem in een metalen stoeltje, met mij ernaast. Volgden een twintigtal minuten om nooit meer in je verdere leven te vergeten. En jodelen, en zingen, terwijl we over de toppen van de dennen naar beneden zegen! In de auto ging mijn moeder wijselijk achter het stuur zitten.

Tot mijn schande moet ik bekennen dat het mij ook eens is overkomen, maar dat was in Zwitserland. Ik was met een groep Leidse vrienden met skivakantie. Ook wij in de stoeltjeslift naar boven – ik weet niet meer precies waar. Bovengekomen vonden we dat we eerst recht hadden op een biertje. En nog een. Ja, en nog een – maar toen bleek ik opeens alleen te zijn. De anderen slalomden al naar beneden. Ach, dan maar nog een. Waarna er niets anders meer opzat dan terug te gaan – in de lift! Beneden op de piste lachten de mensen mij uit, toen ze mij als enige in een stoeltje naar beneden zagen zitten. Erg veel kon het mij niet schelen, want een held in skiën ben ik nooit geweest. Ik hoefde het van mezelf ook niet te worden.  

Reageer