Vertraagde tijd
1 mei, 2016 Onderdeel van paysagesColumn door Willem van Toorn
Behalve een rijke verzameling literaire landschappen is het boerenland, de Berry. Het gebied om ons heen, rijk aan beekjes en kleine rivieren en vol ondergrondse waterlopen en bronnen, is een schoolvoorbeeld van land dat vraagt om gemengd bedrijf: kleine weiden, vaak door oude heggen van elkaar gescheiden, boomgaardjes, akkers met rogge, gerst, tarwe, koolzaad, zonnebloemen, weinig mais. De boeren die vee houden hebben meestal bescheiden kuddes, tien, twaalf koeien met een stier, die zo lang als het kan buiten lopen en vaak verweid moeten worden omdat de weiden niet groot zijn. Op de smalle wegen moet je ook nogal eens wachten tot er een kudde schapen weer veilig achter het hek is gedreven, en aan geiten is er ook geen gebrek – de geitenkaas van de Berry is beroemd. Als één woord zich voordoet als je aan het boerenbedrijf hier denkt, is het ‘eenvoud’
Waar een Nederlandse boer toch al gauw een Mercedes rijdt en een loods vol glimmende machines bezit, bewegen de meesten hier zich voort in oude, soms zeer oude bestel-Renaults of -Peugeots en gaan de trekkers en landbouwmachines die ze gebruiken vaak al heel lang mee. Soms moet ik, misschien door de veelheid aan soms geheel door klimop of door gui, maretak, overgroeide boomgaardjes maar zeker door het bedaarde tempo waarin de dingen zich afspelen, alsof het landschap op een geheimzinnige manier de tijd vertraagt, denken aan de Betuwe in de tijd van mijn grootouders.
In de literatuur die de Berry als decor heeft spelen het landschap en de boeren een belangrijke rol. Als George Sand tegen het einde van haar rijke maar veelbewogen leven ook nog de oorlog van 1870 moet meemaken en diep geschokt is door de wreedheid van de Pruisen, schrijft ze in juli aan Flaubert: ‘Ik vind deze oorlog verachtelijk […]. De mensen zijn wrede en ijdele beesten. […] We hebben hier een hitte van 40 tot 45 graden in de schaduw. De bossen worden in brand gestoken: nog zo’n barbaarse stommiteit. De wolven komen over ons erf wandelen, waar we ze ’s nachts verjagen, Maurice [haar zoon] met een revolver en ik met een lantaarn. De bomen verliezen hun bladeren en misschien het leven. Binnenkort hebben we geen drinkwater meer. De oogsten leveren bijna niets op, maar we hebben de oorlog, wat een geluk!’ En een maand later: ‘Het heeft hier eindelijk geregend, samen met een verschrikkelijk onweer dat alles gebroken heeft. De boer ploegt en herstelt zijn akker, altijd zwoegend, triest of vrolijk. Hij is dom, zegt men: nee, hij is als een kind wanneer het hem goed gaat en als een man wanneer hij door rampen getroffen wordt, meer man dan wij, die klagen: hij zegt niets, en terwijl er gemoord wordt zaait hij en herstelt zo aan de ene kant wat er aan de andere kant verwoest wordt.’
Willem van Toorn is dichter, romancier en vertaler. Hij heeft vele werken op zijn naam staan. Voor de dichtbundels Het landleven (1981) en Eiland (1991) ontving hij respectievelijk de Jan Campertprijs en de Herman Gorterprijs. In 2010 ontving Van Toorn de Groenveldprijs van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor zijn bijdrage aan het debat over groene ruimte. Onlangs zijn twee boeken van hem verschenen, een biografie van de uitgever Querido (Emmanuel Querido, een leven met boeken, Querido, 2015) en een essaybundel over Europese landschappen en de vrije markt, Zolang deze heuvels van aarde zijn (Querido, 2015), met foto’s door Ineke Holzhaus. Deze column is een passage uit de bundel. Willem van Toorn woont in de Berry.
1 Reactie op “Vertraagde tijd”
Door Ko van Geemert op 3 aug, 2016
Beste Willem,
Ik zocht je nog in de Frans van Mierisstraat!
Woon je nu het hele jaar in Frankrijk?
Ik wilde je vragen of je komt voorlezen bij de 25ste (en mijn laatste) uitreiking van de Plantage Poëzieprijs, op 2 oktober, zondagmiddag.
Maar wellicht kom je zelden meer in Amsterdam…
Ik hoor graag van je!
Hopelijk gaat het goed met jullie, hartelijke
groet, Ko van Geemert.