Een soort kerstbeleven
21 dec, 2015 Onderdeel van prosesColumn door Caspar Visser ’t Hooft
Kerstmis is een splijtzwam: hier de brave mensen die feest vieren, daar de mensen die hen daartoe in staat stellen, omdat ze op die dag werken, en nog lager op de ladder de schimmige wezens die niet vieren noch werken: we weten niet wat ze doen, en zijzelf weten dat ook niet zo goed. Hier de mensen die het goed hebben in de herberg, daar de koks, de serveerders, de bordenwassers, en buiten Joseph en Marie in de stal. Merkwaardig toch, zoals ze tweeduizend jaar geleden al een vlijmscherp beeld wisten op te roepen van de menselijke maatschappij, waarvan de schrijnende kanten blijkbaar niet van gisteren zijn. Als ik zeg “ze”, dan heb ik het natuurlijk over de evangelist Lucas. En sindsdien, wat we ook vieren mogen, hoe hoog en vol ballen en lichtjes onze kersbomen ook mogen zijn, hoe duur en glimmend ingepakt de kedootjes, hoe vers de oesters, hoe smeuïg de kalkoen, hoe sprankelend de champagne, hoe kruidig de glühwein – een stemmetje in ons wil maar niet zwijgen, een stemmetje dat zegt: hier gebeurt het niet, het gebeurt buiten, in dat schimmige buiten vol duistere plekken, vale lichtvlakken en schuw, onsamenhangend bewegen.
De terminal
Een van mijn lievelingsfilms is The Terminal met Tom Hanks. Weten jullie nog? Over de man die om de een of andere kafkaëske reden vast is komen te zitten op een luchthaven. Hij mag de douane niet door naar het land van bestemming, maar hij mag ook niet met het vliegtuig terug naar huis. Hij is een apatride geworden, hij zit gevangen in het glanzende, gestroomlijnde no man’s land van een terminal. Maandenlang. En daarom krijgt hij te zien wat wij reizigers doorgaans niet zien – omdat wij er te snel doorheen lopen: een wereld van bedrijvigheid, een gemeenschap bestaande uit loketmensen, schoonmakers, technisch onderhoudspersoneel, kruiers en bagagesorteerders, taxfreeshop-mensen, barkeepers… Ik ben vergeten of de tijd rond kerst in de film is verwerkt, maar ik kan het me zo goed voorstellen, hoe Tom Hanks daar ronddoolt, tussen de plastic kerstbomen vol onverschillige aan-en-uit knipperende lichtjes, de slingers met ballen die grote reclamebeelden omlijsten: stranden die egaal zich uitspannen tot het azuur van oceanen. Links een palm, rechts een ver eiland. Of het ongeschoren gezicht van een man in een smetteloos overhemd, open om de kraag – gevaarlijk kijk hij ons vanuit zijn zwart en witte retro-universum aan: Hermes, just for him. Of een godin die strak in het goud vanuit een spiegelzaal met lusters golvend op ons toestapt. Dit keer gaat het om chocolaadjes. En door de ruimten ruisen alles-oké kerstmis-croons (Jingle bells, jingle bells…), telkens onderbroken door een blikken vrouwenstem: een laatste kans tot inchecken voor vlucht KLM 693 met bestemming Frankfurt, of een verandering van gatenummer voor vlucht 307 Singapure Airlines naar Kuala Lumpur. Tom Hanks doolt rond, maakt een praatje met een serveerster van een binnenruimte café, met een schoonmaker die met een emmer op wielen langs schuifelt. Ze maken een afspraak: straks, in het rommelige kantoor van Suleiman, degene die verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de lopende bagagebanden. Met die en die nachtwakers erbij, even voordat ze de wacht van hun collega’s overnemen. En met Janine en Lili, van de WC’s. Ze nemen allemaal wat mee, iedereen heeft wel wat, en zo niet, dan is er de opslag van geconfisqueerde waren: niet gedeclareerde alcohol, andere lekkernijen. En van alle kerstavonden wordt dat de mooiste. Ja, want “zomaar”, een toevallig allegaartje mensen bij elkaar. Laat die anderen zich maar voorthaasten, kris kras van en naar New York, Sao Paolo, Milaan, Kuala Lumpur, onder de slingers en de ballen, met hun dure tassen vol nog laatste kedootjes…
Op een verlaten parking
En zo kan ik me ook een kerstavond op de parking van een supermarktencomplex voorstellen. Ergens in Frankrijk, de buitenwijk van een grote provinciestad. Sneeuw met kerstmis is folklore geworden (én terug naar twee graden minder én het tevreden stellen van de aandeelhouders, dat kan nu eenmaal niet). Geen sneeuw, wel een lauwe, vochtige lucht. Het schijnsel van de lichtreclames en van de koplampen van de auto’s smeert zich uit op het asfalt, als op een donkere waterplas. De lucht ziet vuil oranje, maar achter, waar de lege akkers beginnen, waar de heuvels zich laten raden, is het zwart. De stormloop op de winkels is voorbij. Het is trouwens bijna sluitingstijd. Mensen stromen naar buiten, met glimmend ingepakte dingen in alle vormen en maten. Auto’s starten, laveren, toeteren. Beetje bij beetje ontstaan er leegten op de uitgestrekte parking. Dan komt het winkelpersoneel het complex uitdribbelen. Half negen, negen uur… Een winkelscherm stort met veel lawaai neer, en nog een. Donkere schaduwen – bewakers – zijn zo te zien bezig de boel af te sluiten. Nog een paar auto’s die wegrijden, en dan is het stil – relatief stil. De geluidsboxen die hier en daar verspreid over de asfaltvlakte aan palen zijn vastgehecht stoten nog steeds dreinende muziek uit. Is de hemel donkerder geworden, ondanks het valige licht van eenzame lantaarns? Misschien, al zijn de sterren niet te zien. Wat beweegt daar, verderop, aan het andere eind van de parking? Een schim, nog één. Wat doen ze? Het lijkt erop alsof ze een grote bak openmaken, er dingen uithalen. Kan dat? Een vuilnisbak misschien? Even later komt er van de andere kant een auto het nagenoeg lege terrein oprijden. Het licht van de koplampen strijkt langs. Iemand die zich heeft vergist en die denkt dat de winkels nog open zijn? Nee, de auto stopt, de lichten doven. Niets. En de schimmen bij de vuilnisbak? Ze zijn intussen verdwenen. Maar dan laait er plotseling ergens een vuurtje op. Uit een ton, lijkt het wel. Te ver om goed te zien. Ook daar schimmen. Holt daar een kind? En een hond?…
Een lichtje
Ja, het lijkt op een soort barbecue. Wat zijn dat voor mensen? Uit de stilstaande auto is intussen iemand naar buiten gestapt. Hij loopt op het vuur af. Gek, hij heeft een grote bos bloemen in zijn hand. Ik kijk opzij, de andere kant op, mijn blik verliest zich in het zwart. Heel in de verte schittert een eenzaam lichtje. Een huis, ergens aan de voet van de eerste heuvels? En achter die heuvels?…
1 Reactie op “Een soort kerstbeleven”
Door Jan Albert op 22 dec, 2015
Hier is het niet. Kerst gebeurt elders, daar waar je het niet verwacht. We moetent ons echt meer laten verrassen en tevens anderen verrassen, willen we het Kerstfeest Anno 2015 nog een kans geven.