Uit de Berry
9 okt, 2015 Onderdeel van poésiesWillem van Toorn is dichter, romancier en vertaler. Hij heeft vele werken op zijn naam staan. Voor de dichtbundels Het landleven (1981) en Eiland (1991) ontving hij respectievelijk de Jan Campertprijs en de Herman Gorterprijs. Zijn meest recente werk is de essay-bundel Het grote landschapsboek (Querido, 2011). In 2010 ontving Van Toorn de Groenveldprijs van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor zijn bijdrage aan het debat over groene ruimte. Dit najaar verschijnen twee boeken van hem, een biografie van de uitgever Querido en een essaybundel over Europese landschappen en de vrije markt, Zolang deze heuvels van aarde zijn. Willem van Toorn woont in Frankrijk (de Berry). Het gedicht dat volgt schreef hij voor een speciaal nummer van het magazine Tirade dat gewijd was aan de onlangs overleden auteur Erik Menkveld.
In memoriam Erik Menkveld
Vaak als ik in dit landschap loop zie ik
je ergens in de buurt. Soms maar een ogenblik,
ver op een bospad of nog net bij de houtschuur
beneden aan de beek – maar dikwijls duur
je langer, loop je tot het verdwijnpunt
naast me en nemen we als jaren her
de wereld weer eens door, kritisch maar opgewekt.
Diepe boven ons in het oneindig blauw
constant het miauwende gesprek van buizerds.
Vier deze lente. De jongen moeten les
van het ouderpaar dat in het beekdal huist.
Leven wil geleerd zijn en geoefend: hoe
je goede thermiek vindt op de grens van water
en akkerland om opgeheven naar de juiste hoogte
de wereld te overzien, welke signalen duiden
op muis of mol, wegduikend in de varens,
of waar een ander territorium begint, hoe de banale
groepsgewijze pesterij van het rapaille der kraaien
waardig af te slaan. Later dit jaar zullen ze moeten
vertrekken, de jongen, om op eigen vleugels al
wat hier geleerd is te gaan onderzoeken
op geldigheid in een verder, eigen dal.