Marseille
6 apr, 2015 Onderdeel van poésiesPaul Gellings is dichter, schrijver en vertaler. Bij Arbeiderspers kwamen enkele van zijn gedichtenbundels uit. Komend najaar zal bij Uitgeverij Passage zijn nieuwste dichtbundel verschijnen: Café Egidius. Zijn romans zijn onder andere Witte paarden (De Geus, 2001), De zomer van Icarus (Passage, 2010), Verbrande schepen (Passage, 2011) en Augustusland (Passage, 2013). Vorig jaar is van hem een roman in het Frans verschenen: Amsterdam Quartier Sud (Ed. Pierre Guillaume de Roux). En deze maand verschijnt De jacht op de klaproos (Passage). Twee jaar geleden is Paul Gellings door het Franse ministerie van Cultuur onderscheiden voor de manier waarop hij al sinds bijna veertig jaar de Franse taal en cultuur onder de aandacht brengt. Dit gedicht omschrijft hij als “een knipoog naar La vie antérieure van Baudelaire”.
Dit is de onzichtbare poort naar de portieken
waaronder Baudelaire lag te kwijnen
zonder te lijden aan al te hevige pijnen
maar met dat aangenaam bitterzoet zieke.
De oude haven hult zich vandaag in een mystieke
nevel waarin je jezelf ziet verdwijnen
al varend langs allang beëindigde lijnen
naar dat eiland zonder dalen of pieken.
Het is op geen wereldkaart terug te vinden,
in geen reisgids die wuivende palmen
noch van de slavinnen het exotische walmen
noch het marmer onder zuidelijke winden,
dat vorige leven in een paradijselijk oord
en toch opent het zich hier achter de poort.