1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Art en France

20 jun, 2014 Onderdeel van pensées

Column door Caspar Visser ’t Hooft

Wie had twintig jaar geleden van het fenomeen website of blog gehoord? Ik alvast niet. Twintig jaar geleden schreven we 1994. Mijn eerste internetconnectie dateert van het jaar 2000. Goed, ik had al een paar jaar lang met een ‘videowriter’ van Philips gewerkt, maar dat was alleen voor tekstverwerking, je kon er niet mee op het Web. Om maar te zeggen, twintig jaar geleden (en dat is kort geleden!) zou ik raar hebben opgekeken wanneer iemand mij had voorspeld dat ik later in mijn leven zoiets als een website zou beheren: deze. En dat ik een column zou schrijven over een andere website, ditmaal niet gewijd aan schrijven en schrijvers-in-Frankrijk, maar aan beeldende kunstenaars-in-Frankrijk. En dat is wat ik nu doe. Ik heb het over een prachtige site, die ik iedereen die van kunst houdt warm kan aanbevelen: www.art-en-france.nl

Een website beginnen

Wanneer een nieuwe uitvinding nog maar pas op de markt is verschenen, is meestal het gebruik ervan nog niet aan allemaal regels en normen gebonden. Dit heeft vaak dubieuze gevolgen, maar even zo vaak leuke en verrassende. Voor mensen die nogal argeloos van de nieuwe uitvinding gebruik zijn gaan maken – met het idee: eens kijken hoe dat werkt, waarom niet? – openen zich soms onverwachte perspectieven. Nee, ze hoefden geen dure opleiding te volgen, ze hoefden geen diploma’s te halen, ze hoefden niet vooruit te worden geholpen door invloedrijke vriendjes, een beetje handigheid, en vooral een goed idee, en kijk! – ze doen dingen waarvan ze eerder zelfs niet hadden durven dromen. Martha Hamnache kon opeens niet meer goed lopen. Ze moest thuis blijven. Toen begon ze haar website over kunstenaars in Frankrijk. Gewoon om iets te doen te hebben, en ook met het idee: als ik niet meer naar exposities toe kan, dan moet de kunst maar bij mij in huis komen. Dat was in 2007. Ik was Martha’s website al gauw op het spoor gekomen, ik zocht naar linkuitwisselingen met de mijne. Art-en-France had toen al een opvallend mooie opmaak. Nu is het dé vitrine geworden voor Nederlandse en Vlaamse kunstenaars die in Frankrijk werken. En dat zijn er veel.

Wie van kunst houdt…

Martha is een Bisontine, dat wil zeggen dat ze in Besançon woont. Ze woont al jaren in Frankrijk, terug naar Nederland wil ze niet. Besançon is dan ook een bijzonder mooie stad, gelegen in een heerlijke, landelijke omgeving, aan de Doubs, aan de voet van de Jura. De gebouwen zijn er opgetrokken uit een grijze steen die glanst. Het is er ’s winters wel koud. Vanuit Besançon beheert Martha haar website waaraan intussen meer dan driehonderd kunstenaars zijn verbonden. Ze hebben elk hun eigen pagina waarop ze hun kunst presenteren. Er zit groot talent bij. Het succes van Art-en-France was dusdanig dat ook Franse kunstenaars bij Martha kwamen aankloppen. Voor hen heeft ze een tweede, ditmaal Franstalige website gecreëerd. En van het een kwam het ander: de oprichting van lokale ‘artotheken’ die door de kunstenaars uit de omgeving zelf worden gerund, maar die in Art-en-France hun venster hebben, de organisatie van exposities in Nederland en in Frankrijk. Het begon als een hobby, nu vraagt Martha een kleine bijdrage aan de kunstenaars. Of het daarom ‘werk’ is geworden? Nee, daar is het te leuk voor – zegt ze. Tja, ik wilde aan deze mooie site een klein stukje wijden. Ik ben nu eenmaal een groot liefhebber van schilder- en tekenkunst. En voor mij bevestigt Art-en-France een idee dat vast in mij zit geworteld: wie van kleuren, verrassende contrasten en eigenaardige vormen houdt, wie het in z’n vingers heeft om de werkelijkheid opnieuw te scheppen, of wie alleen al deze gave en drang bij anderen weet te waarderen, is ten diepste een gelukkig mens.

Mijn vader tekent

Op mijn vader had ik natuurlijk van alles aan te merken. Wat kon ik me aan hem ergeren, omdat hij niet zo was als de vaders van anderen! Hij hoefde maar iets te zeggen, of ik was het met hem oneens, en liet dat blijken. Ik zit op een luie stoel, in de schaduw en de zoet-warme geur van een vijgenboom.  Op mijn schoot een boek (kindle, laptop, Ipad, die bestonden nog lang niet) – wat las ik die zomer? Ik was vijftien. Het woud der verwachting van Hella Haasse? Met een kwartje de wereld rond van Paul d’Ivoi? De krekels brullen van de hitte, nu eens schiet een brommende bij voorbij, dan is er ergens het geritsel van een wegschietende hagedis. Ik vang krasgeluidjes op. Ik kijk naar boven – maar ik had hoe dan ook af en toe zitten spieden: op het terras, hogerop, zit mijn vader achter een ezel. Hij maakt een houtskoolschets. Van ons uitzicht – uitzicht op het dal van de Dordogne met in de verte het kasteel van Castenaud. Zo zie ik hem in gedachten voor me: een strooien hoed op, een stuk houtskool, krijt of een penseel in de hand, scherp turend. Een beeld van vrede. Frankrijk. Toen ik een tiener was, waren dat de vakanties in de Dordogne. En daarbij hoort mijn vader die tekent. Trouwens, één tekening van hem (we hebben er flink wat bewaard) roept bij mij meer herinneringen op dan een heel fotoalbum.

 

 

Reageer