Een verdienstelijke oplichter
6 sep, 2013 Onderdeel van paysagesColumn door Caspar Visser ’t Hooft
In het paleis van de pausen (palais des papes) in Avignon is niets te zien. Misschien dat het daarom zo’n succes heeft en er zoveel horden toeristen elke dag naar toe stromen. Ze kunnen het na hun bezoek van hun lijstje van te-doene sites afstrepen en dat zonder dat ze hun ogen hebben hoeven vermoeien. Wie wél wat wil zien raad ik aan dat gigantische en lege bouwwerk links te laten liggen – of lieven gezegd rechts, wanneer je vanuit het centrum (de Place de l’Horloge) aan komt sjokken – en door te lopen naar het langwerpige gebouw met kantelen dat het einde van de Place du Palais bepaalt. Dat gebouw heet het kleine paleis (petit palais). In dat paleis is een van de mooiste kunstcollecties ter wereld ondergebracht. Een verzameling van meer van 300 Italiaanse primitieven, met ook werken van Carpaccio en Botticelli. Adembenemend. En of je dat kleine paleis nu in het zomerse hoogseizoen bezoekt of op een weliswaar zonnige maar koude en winderige weekdag in februari, je treft er nooit veel mensen aan. Omdat er zoveel te zien is? Die prachtige collectie heeft trouwens nog een merkwaardige geschiedenis. Het was een oplichter die er de basis van legde. Een Romeinse marchese, die in 1858 wegens zwendel tot twintig jaar galeistraf werd veroordeeld.
De marchese Campana
Giampietro Campana was de directeur van het Romeinse pandjeshuis. Dit legde hem geen windeieren, op de leningen die hij verstrekte, nadat mensen bij hem hun pand hadden afgeleverd, vroeg hij flinke rentes. Fijn meegenomen. Omdat hij tegelijkertijd een verwoed verzamelaar van kunstvoorwerpen was, onderhield hij nauwe betrekkingen met de wereld van de kunsthandel. En hier begonnen de problemen. Kunsthandelaars uit heel Italië kwamen bij hem hun kunstwerken verpanden, wat hun de liquide middelen verschafte voor de aankoop van andere objecten, maar al gauw bleek dat de verpande kunstwerken moeilijk verkoopbaar waren. En op onverkoopbare panden kan een pandjeshuis niet gedijen, faillissement dreigt. Dit was de reden waarom van staatswege het aannemen van kunstwerken als pand werd verboden. De marchese Campana sloeg dit verbod in de wind – erger nog, hij kwam in zijn pandjeshuis met kunstwerken uit eigen bezit aanzetten, die hij, onder valse namen, tegen flinke sommen verpandde. Deze sommen waren voor hem. Dit kwam op een gegeven moment aan het licht, de kunstminnende marchese werd voor het gerecht gesleept, begin van een geruchtmakend proces. Campana had ondertussen een gigantische collectie kunstwerken opgebouwd, deze ging voor de hamer. En Campana mocht voor twintig jaar lang naar de galeien.
Napoleon III
Maar waar relaties niet goed voor zijn. Campana was getrouwd met de dochter van een grote vriendin van Napoleon III. Een Engelse. Een Mrs. Crawford. Deze Mrs. Crawford had (de latere) Napoleon III zelfs helpen uitbreken uit het fort van Ham, in Noord Frankrijk, waar hij na een eerste mislukte staatsgreep in 1840 gevangen was gezet. Hij was toen nog geen keizer. Nu wel. En Mrs Crawford kwam bij hem haar opwachting maken met het verzoek haar in het nauw gedreven schoonzoon te hulp te schieten. Dit deed hij door bij de Romeinse autoriteiten op een verlichting van de straf aan te dringen – twintig jaar galeien werd verbanning – en door de collectie van Campana op te kopen. En zo kwamen de schatten die Campana bijeen had verzameld in Frankrijk terecht, en de driehonderd Italiaanse primitieven, die er deel van uitmaakten, in het kleine paleis van Avignon. Even zoveel inkijkjes in een prachtige gestiliseerde wereld die het goddelijke mysterie zegenend met zijn gouden glans overdekt.
Ik kan het me zo goed voorstellen dat wanneer je dergelijke prachtwerken verzamelt, je de kluts kwijt raakt, je foute dingen gaat doen. Arme Campana. Ja, liever dat dan mensen die de boel oplichten om daarvan jachten en Maseratis en eilanden in de Maldiven te kopen. Goed voor de economie. Hou op !