Het grote landschapsboek – Willem van Toorn
6 feb, 2014 Onderdeel van besprekingenBespreking door Schrijver in Frankrijk
De op de markt gerichte politiek – politiek waarbij de beleidvoerders de macht die de burgers hun toevertrouwen verkwanselen door zich aan de diktaten van het marktgerichte denken te onderwerpen – is een nationale ramp. Dat zal blijken – ja, we zullen de algehele ontreddering nog meemaken. De “markt” heeft Nederland overspoeld als de vloedgolf van een vervuilde zee. Wanneer dit smerige water zich terugtrekt (wellicht omdat een echte niet-metaforische vloed komt opzetten en we gaan beseffen dat, willen we het redden, een ander gedrag dan het vlerkerige, door de markt en politici heilig verklaarde concurreren van ons wordt geeist), wat zal het een rommel en een troep achterlaten! Als op een strand vol plekken olie, dode vogels en vissen, plastic, bierblikjes, autobanden enzovoort. Deze rommel en troep is er al, onder andere in de vorm van een bedorven landschap – maar dan zullen we het pas echt zien. Vooralsnog wordt deze rommel en troep mooi-gepraat door reclame, marketing en branding. In een prachtig pleidooi voor de zorgvuldige, geduldige, ter zake kundige omgang met het Nederlandse landschap prikt Willem van Toorn feilloos door deze leugenachtige peptalk ten bate van het grote geld heen.
Verloederd landschap
Het grote landschapsboek is een bundel teksten waarvan de meeste al eerder het licht hebben gezien, los of in tijdschriften, en waarin het gegeven “landschap” het thema vormt. Wie De rivier (Querido, 1999) heeft gelezen, zal een en ander bekend voorkomen. Ik las sommige hoofdstukken uit Het grote landschapsboek als een vervolg op dat boek. Je voelt je zo in de kou staan, opeens, wanneer je een mooi boek uit hebt, je gaat op zoek naar teksten die maken dat je nog wat langer in het door het boek opgeroepen universum kunt blijven verwijlen. Willem van Toorn schrijft over de Betuwe waar hij als jongen bij zijn familie de vakanties doorbracht, maar ook over het Amsterdam uit zijn jeugd (Amsterdam-West), en over het Amsterdam van nu. Want een landschap is iets anders dan “natuur”, ook een stad is landschap. Je zou terug naar de tijd van de Germanen moeten om in Nederland “natuur” te vinden, sindsdien is Nederland een door de mensen ingericht land- en stadschap. In “Projekt Nederland” hekelt Van Toorn de tendens om in het minste stukje groen, het minste plasje water “natuur” te zien. Dit wijst op een minachting voor het plattelandsbedrijf, tegelijkertijd doet het begrip “natuur” dienst als tendentieuze slogan bij de ontwikkeling van de recreatiesector. Niets zo irritant als de talloze zogenaamde “natuurroutes” waarbij je om de zoveel meter stil moet staan bij een boom of een vennetje omdat daar een bordje met uitleg is neergezet! Hier stukjes “natuur” om je schadeloos te stellen voor de wildgroei van bebouwing elders: bedrijfsterreinen op “zichtlocaties” (onder andere langs de snelwegen), shopping-centers, kitsche luxe-resorts – en ik bespaar jullie de benamingen die de communicatie-ventjes-en-jufjes aan deze rommelbouw geven. En de gemeenten, in samenwerkingsverband (!) met ontwikkelaars van groot-geld projekten, maar met elkaar concurrenen: wie weet de meeste bedrijven aan te trekken voor in de glazen blokkendozen langs de randweg, wie de meeste klanten voor de ketenwinkels die het centrum (alleen voor voetgangers!) beheersen, wie de meeste dagjesmensen voor recreatie in de pas aangelegde “natuurgebieden” met bordjes bij elke struik? Tja, wanneer de centrale overheid in plaats van een evenwichtige, coherente ruimtelijke-ordeningspolitiek te bedrijven (en dat is beslist mogelijk!) de boel uit handen geeft en de markt het moet doen… Nederland wordt een lelijk land.
Niet natuur, niet bebouwing – landschap
Willem van Toorn woont sinds enige tijd in Frankrijk. In “Aantekeningen van het platteland” beschrijft hij op treffende wijze een stukje Frankrijk dat niet “natuur” is en dat ook niet is volgebouwd. Een stukje Frankrijk dat gekenmerkt wordt door de oeroude verstandhouding tussen mens en natuurlijke omgeving, kortom een landschap. ‘s Nachts is het er doodstil – nee, dan is er het geoehoe van uilen, het geritsel van vossen, dassen, wezels om het huis. Overdag maakt de boer aan de overkant van de weg een hels kabaal nu eens met zijn tractor, op het veld, dan met zijn kettingzaag, op zijn erf. En daarna weer stilte: vogeltjes. Dat is landleven. Dit stukje Frankrijk is de Berry.
Een mooi boek!
Willem van Toorn is dichter, romancier en vertaler. Voor de dichtbundels Het landleven (1981) en Eiland (1991) ontving hij respectievelijk de Jan Campertprijs en de Herman Gorterprijs. Hij woont in de Berry. Het grote landschapsboek verscheen in 2011 bij uitgeverij Querido.
2 Reacties op “Het grote landschapsboek – Willem van Toorn”
Door Mata Hari op 7 feb, 2014
Ja maar ik zit in zo’n glazen blokkendoos en ik kijk uit op een glazen blokkendoos. Wat moet ik doen?
Door Schrijver in Frankrijk op 7 feb, 2014
De moed erin houden, ervoor zorgen dat de fakkel van de hoop blijft branden, een goed boek lezen