1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Vijf bisdommen

17 mrt, 2021 Onderdeel van paysages

Column door Caspar Visser ‘t Hooft

Het departement van de Alpes de Haute Provence (dat tot 1970 departement van de Basses Alpes heette) is dun bevolkt. Van de vijfennegentig departementen van het Franse vasteland zijn er twee met nog minder inwoners. Toch heeft het genoemde Alpen-departement niet altijd onderaan het lijstje gestaan. Waar je dat uit kunt opmaken? Uit het aantal kathedralen waar het zich op kan laten voorstaan. Een kathedraal is een kerk waar een bisschop zetelt, het is daarom de hoofdkerk van een bisdom. Wanneer in het enkele departement van de Alpes de Haute Provence vijf kerken ‘kathedraal’ worden genoemd, wil dat zeggen dat het ooit in evenzoveel bisdommen was opgedeeld. En dat was tot de Franse revolutie inderdaad het geval. Na de revolutie, onder Napoleon, is men tot een nieuwe geografische indeling van de Franse katholieke kerk overgegaan, de bisdommen kregen dezelfde contouren als die van de nieuwbakken departementen. Wanneer een departement het grondgebied van meerdere bisdommen bestreek, werd een hiervan uitgekozen tot officieel bisdom, de andere werden opgeheven. Maar de oude bisschopszetels bleven de naam van ‘kathedraal’ bewaren. Digne werd uitgekozen als zetel van het diocees van de Basses Alpes (later Alpes de Haute Provence), maar de kerken van Sisteron, Riez, Senez en Entrevaux zijn ‘kathedraal’ blijven heten. Zuidoost-Frankrijk was in de tijd van de eerste kerstening een dichtbevolkte streek, erg Romeins van karakter, vandaar het grote aantal bisdommen. De rest van Gallië was verhoudingsgewijs leeg, de bisdommen die daar rond de vijfde-zesde eeuw werden gesticht omvatten veel uitgestrektere gebieden. Zo kwam het prerevolutionaire bisdom van Limoges geografisch gezien overeen met drie huidige departementen. Om een voorbeeld te noemen.

De ellendigen

Nog voor ik Zuidoost-Frankrijk voor het eerst in levenden lijve bezocht, had ik er al mee kennisgemaakt. Hoe? Door het lezen van de grote klassiek van Victor Hugo, Les Misérables. Ik was veertien jaar oud, het ging om een verkorte versie, in Nederlandse vertaling (De ellendigen). In de eerste hoofdstukken speelt een Monseigneur Bienvenue Myriel de hoofdrol, hij is bisschop van Digne. Toen hij zich in Digne kwam vestigen, begon hij ermee het ruime bisschoppelijke paleis open te stellen voor ziekenzorg. Hij, zijn zuster en de huishoudster stelden zich tevreden met een paar bescheiden vertrekken die ze sober inrichtten. Monseigneur Myriel was begaan met het lot van de armen. Waar hij maar kon bood hij concrete hulp. Hij maakte zich daardoor bij de zielen waarover hij waakte bijzonder geliefd. Op een avond bood hij onderdak aan een bandiet, genaamd Jean Valjean. De volgende morgen bleek hij spoorloos verdwenen, en was ook het tafelzilver weg. De bisschop deed geen aangifte, maar toen Jean Valjean kort daarop werd aangehouden en de politiebeambten bij hem het zilverservies aantroffen, met daarop het familiewapen van Monseigneur Myriel, zag het er slecht voor hem uit. De goede bisschop kreeg lucht van deze arrestatie. Hij liet de politiebeambten weten dat hij dat zilver eigenhandig aan Jean Valjean had geschonken – waarop ze Jean Valjean weer lieten gaan. Jean Valjean, de dief, was van deze barmhartige geste dusdanig onder de indruk dat hij zich bekeerde: hij werd een eerlijk mens. Het schijnt dat Victor Hugo zich bij het schrijven van deze scène heeft laten inspireren door waargebeurde feiten. In het begin van de negentiende eeuw had Digne namelijk een bisschop die zich eveneens om het lot van de ‘ellendigen’ bekommerde. Monseigneur Bienvenue de Miollis nam bij zich in huis een ex-gedetineerde die door iedereen de rug werd toegekeerd. Sinds het lezen van die eerste hoofdstukken van Les Misérables heeft Zuidoost-Frankrijk bij mij altijd iets van een beloofd land van barmhartigheid behouden. Iets… Wat een grote schrijver niet allemaal vermag!

Daden van mededogen

Als het departement van de Alpes de Haute Provence dan maar over een enkel diocees mocht beschikken, dan is het, naar mijn mening, terecht dat het Digne werd. Ja, vanwege die goede bisschop die Victor Hugo tot voorbeeld strekte. Want niet alle bisschoppen waren zoals hij. De bisschoppen van Sisteron en Riez kregen in het begin van de Revolutie (1789) flink met de lokale bevolking aan de stok. Ze werden ervan beschuldigd zich met uitzuigers van het volk in te laten. Of dit terecht was, is natuurlijk de vraag. Mensenmassa’s worden maar al te makkelijk opgezweept tot haat en laster. Het neemt niet weg dat in de laatste tijden van het ‘ancien régime’ de prelaten over het algemeen het wereldse machtsvertoon en de weelde boven de nederige dienst van het herdersambt stelden. De bisschoppen van Sisteron, Riez, Senez en Glandève (Entrevaux) moesten wijken voor de revolutionairen, hun diocesen werden opgeheven. Waarom zou je er trouwens zoveel bewaren in een streek die door de bevolking geleidelijk aan werd verlaten? Want de zon mag er dan volop schijnen, de diepe dalen, de hoge hellingen zijn er dor, stenig, onherbergzaam. De kleuren bruinpaars en grijsgroen overheersen. ’s Zomers bouwen de krekels er onzichtbare muren van lawaai, ’s winters kan het er ijzig koud zijn. In het blauw, boven, cirkelen adelaars rond. En toch, als ik daar rondloop, denk ik: in de twaalf-dertien eeuwen dat hier bisschoppen over het heil van de mensen waakten, moeten er veel mooie dingen zijn gebeurd. Misschien niet in de tijd van geestelijk verval van voor de Revolutie, toen de bisschoppen hun dagen het liefst doorbrachten bij hun adellijke verwanten in de stadspaleizen van Aix, in Parijs of aan het hof van Versailles. Maar daarvoor: daden van mededogen… Mooie woorden trouwens, wie kent ze nog? Mededogen, barmhartigheid.  

Reageer