Gare Austerlitz
25 dec, 2017 Onderdeel van poésiesIneke Holzhaus brengt een groot deel van het jaar door in de Berry. Ze is schrijver en theatermaker; acteerde, schreef en regisseerde bij diverse theatergezelschappen, maakte hoorspel voor radio en de HoorSpelFabriek en publiceert gedichten. In 2008 debuteerde ze met de dichtbundel Hond in Pompeï. In 2011 verscheen de bundel Waar je was, en in 2015 Bovengronds. Haar nieuwste bundel Blijven en weggaan werd in december 2016 door Azul Press in het licht gebracht. De cyclus De tuin van Nolde die daarin voorkomt is bekroond met de Hofvijverpoëzieprijs. Dit gedicht is een primeur.
Haar echtgenoot fotografeert haar voor de rivier
als toen, ze had maar net het honeymoon bed
verlaten, rijstkorrels kruimelden in het borstzakje
van haar zomerjurk. Ze kijkt tegen het zonlicht in –
harde lijnen dringen zich op – wit doelgericht
beton, de metrowagen rammelt nog bovengronds
hoort ze als hij inzoomt, verlegen. Zal ik hen beiden?
Ja graag, drie vreemden in een verwonde stad.
In het digitale schermpje schemeren plotseling
mijn ouders op hun trouwdag, de oorlog voorbij –
zij staat in zijde van een gevonden parachute, hij
lacht met een ruime broek om zijn hongerbenen.
Klik, nog een roep ik. Soldaten aan de Seine
houden mooie meisjes in een houtgreep zodat ze
hun borsten tegen zich aan kunnen klemmen –
lichamen bevrijd van angst dansen, kussen, vrijen.
Zij steekt haar arm stijf door de zijne. Haar ogen
op hun koffers, zal niet iemand ze stelen, zijn ze niet
te zwaar om mee te vluchten bij een aanslag?
Smile, zwaai ik en dan glimlachen ze naar me.