1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Jehovamarketing

19 sep, 2017 Onderdeel van proses

Column door Renée Vonk

Ik zat die zondagochtend in bad, en niet eens op een onchristelijk tijdstip, toen furieus geblaf van de honden me verschrikt naar m’n handdoek deed grijpen. De echtgenoot had bij gebrek aan sigaren met de smoes dat hij de krant ging halen, al even eerder de benen genomen naar het dorp. Die zou wel weer na aperitieftijd opduiken, op tijd voor de lunch vanzelfsprekend: er stond tonijnsoufflé in de oven te rijzen. Ik wikkelde me in het pluiskatoen, maar vond bij nader inzien dat het lapje toch te krap bemeten was (of ik te ruim natuurlijk), je weet maar nooit wat je aan de voordeur treft. Ik ragde me min of meer droog en schoot foeterend in m’n thuiskloffie dat ik net daarvoor de wasmand had in gekieperd. Met een humeur als een oorwurm rukte ik de voordeur open.

Niemand. De honden blaften onverdroten door, ik holde naar de achterkant van het huis, ook niemand. Ah, toch wel: om de hoek van de serre gluurden twee timide meisjeshoofden met belachelijke strohoedjes erop mijn kant uit. Ze kwamen voorzichtig tevoorschijn nadat ik de schuifpui achter me had dichtgetrokken en de honden veilig binnen zaten opgesloten. Ik zag de foldertjes in hun hand en wist genoeg: Jehovagetuigen. Die komen te voet, geen auto te bekennen, onderdeel van de overvaltechniek.

Je ne suis pas intéressée”, blafte ik onvriendelijker dan ik bedoelde, wetend wat er komen ging. Maar ik had er inmiddels zwaar de pest in. Ik bedoel, ik woon zo ongeveer in de alleruiterste achterhoek van quatre fois rien en dan staan er ineens onaangekondigd twee Jehova’s op je privéterras. Ik gun iedereen z’n geloofsovertuiging, maar laat mij erbuiten zeg. Eentje hield nog hoopvol een foldertje omhoog, maar toen ik ‘nee’ schudde dropen ze blijmoedig af, onverwoestbaar optimistisch in de leer van hun Heer. Ik keek ze na terwijl ze met verende tred het lange steile pad de heuvel weer opklommen. Die kwamen gegarandeerd terug over een maandje of wat. Oké, ik heb er niks mee, maar ik bewonderde hun moed en doorzettingsvermogen. Het laatste wat ik achter de bomen zag verdwijnen waren die hoedjes. ‘Raar’, dacht ik, dat zijn hele toeristische hoedjes. Je kon deze zomer geen buitenlander of zelfs Fransman van elders tegenkomen of er zat zo’n raar namaak strooien hoedje op de kop geschroefd.

Toen ik per ongeluk – en neem dat gerust letterlijk – in Cotignac moest wezen zag ik zelfs alle souvenirwinkels (en dat zijn er veel) met dat soort hoedjes volgestouwd; style Blues Brothers, stond erbij, de prijzen liepen op tot boven de € 65. Weer zo’n modegril waar ik niets van snap, want na de vakantie belanden al die hoedjes gegarandeerd ergens boven-achterin een kast; volgend jaar wil je er niet meer dood mee aangetroffen worden, dan is er een nieuwe rage die je natuurlijk niet mag missen. Misschien waren die twee Jehovameisjes wel veel slimmer dan ze zich voordeden en kwamen ze volgend seizoen ook wel met de jongste gimmick hun geloof verkopen: Jehovamarketing!

O ja, Cotignac. Ik ging er flappen tappen omdat de tabac op ons dorp, waar je tevens kleine bedragen kunt cashen als je een rekening bij de Crédit Agricole hebt (en uitsluitend dan alleen), al dicht was. Onwetend van de marché provençal die er op een ongebruikelijke dag ten behoeve van het toerisme werd gehouden, reed ik door naar Cotignac, en stond meteen na de flappentapperij klemvast in de file die het dorpscentrum in wilde. Er was maar één uitweg: over een smalle brug de départementale op richting Carcès, een flinke omweg naar huis maar ik had het er graag voor over om weg te kunnen komen. Aan het eind van die brug kon ik nog net langs een tegenliggende enorme vrachtwagen met oplegger glippen en ik wist: die gaat zich muurvast rijden daar, in dat dorp en komt nooit meer los, files voor en achter, chaos verzekerd. In een flits zag ik in de hoge cabine een glimp van de chauffeur, hij had zo’n mal zomerhoedje op.

Meer dan opgewekt tufte ik naar huis.

 

Renée Vonk is hoofdredactrice van Côte&Provence. Ze is de auteur van de autobiografische roman Opgestroopte mouwen (Kok, 2013) en van de verhalenbundels Kijk, Zuid-Frankrijk! (Grenzenloos 2015) en Kijk, nog meer Zuid-Frankrijk (Grenzenloos 2016). Ze woont in de Var

 

 

 

 

Reageer