1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Parijs op reis

1 apr, 2017 Onderdeel van proses

Column (in briefvorm) door Peter Hagtingius en Julia Fortuin

Dag Julia,

Ik hoorde dezer dagen op BFMTV iemand (naam vergeten, maar kennelijk van een zekere importantie) beweren dat Frankrijk in de banlieues van jouw Parijs gewoon niet meer bestaat. Nu vind ik al jaren dat dit land niet bestaat (een Breton in de Provence is net zo in de war als een hoogbejaarde monnik op een naaktstrand), maar ik vroeg me meteen af: ga jij in die wijken of voorsteden weleens een kijkje nemen? Ongeveer binnen Parijs even een grens over wippen, je schijnt er eerder durf dan een paspoort voor nodig te hebben. Volgens die ‘expert’ op de tv dan. Met de metro op vakantie, is ‘t een idee? Binnen een kwartier begint je avontuur in een andere wereld met nogal aparte regels en van die afwijkende ‘voorbeeldfuncties’. Geen flauw vermoeden hoe duur een metrokaartje is, ik schat dat je niet eerst een bank hoeft te beroven als je in het Parijse buitenland wat selfies wilt schieten. Maar ja, dat zou dus linke soep zijn.

In het Provençaals gehucht waar ik verblijf, woont schuin boven het enige café een gezin van zo te zien Afrikaanse afkomst. Ik heb begrepen dat de type-omschrijving ‘neger’ uit de tijd en tevens discriminerend is, maar ik ben jaloers op die mensen. Wegens beter haar en een tintje dat ik nooit zal halen, ofschoon ik zodra het maar even kan volop in de Provençaalse zon rondlummel. Ik ben typist, maar tikken kan tenslotte ook na zonsondergang.

Ik ga graag zongerijpt over straat. Ik wil niet aangezien worden voor een hospitaal- bleek spook. Voor een Parijzenaar of erger nog zo’n trieste toerist uit het écht hoge noorden van de duffelse winterjassen en carnavaleske oorwarmers. Zo eentje die des zomers op het café-terras stralend zit te verbranden. Dat zijn vaak roodharige Britten en stoplichtoranje gespikkelde Ieren, dit terzijde. Ze komen er pas achter dat een van de concurrerende zonnegoden Helios en Ra hen in de fik heeft gestoken als ze in hun hotelbedje of op de camping gruwelpijn lijden en bidden dat er ten spoedigste een blauw doosje van de alleen in commerciële zin heilige Nivea uit de hemel van de pharmaciens dondert. Medelijden? Ik niet. Hoe zeggen ze dat in Nederland ook al weer heel poëtisch op z’n boerenpolders? O ja, ‘eigen schuld, dikke bult’.

Ik zat op het terras van het café de Nice Matin te lezen. Zo tegen midi, l’heure de l’apéro, glaasje rosé erbij. Zoals altijd stond er maar weinig in die krant, iets over de zoveelste moord in Marseille, allang geen nieuws meer, bijna dagelijkse kost. Op de pagina cultuur een rijk geïllustreerd tekstje over een tentoonstelling van foto’s van blote mevrouwen in een artistiek gedachte pose. Ze stonden geen wasgoed te strijken en het was geen winter.

Iemand uit het dorp die ik wel een beetje kende, vroeg of ik wist waar ‘les Africains’ waren. Zo noemde hij hen en wees op hun woning. Hij had tevergeefs op hun deur geklopt.

“Nee, natuurlijk niet”, zei ik. En vroeg:”Hoezo?”

Ik bood een glaasje aan en hij vertelde dat hij bezig was met wat interne opknapperij van zo’n tweede huis van een van jouw Parisiens, lekker lucratief klusje waar de fiscus geen weet van heeft. Iets te gedreven in de weer geweest met een kniptang, stroom foetsie, iedereen weet toch hoe dat gaat, al die amateuristisch verknoopte kabeltjes richting wankele stopcontacten, je wordt er gek van. Vertelde hij.

Dus ook de diepvriezer ontdooide met daarin voor minstens drie maanden mondvoorraad. Hamsteren Parijzenaars zodra ze een tijdelijk bivak buiten een stedelijke agglomeratie hebben opgeslagen? Uit angst voor de vervaarlijke risico’s van een verblijf in de erbarmelijke brousse van de Provence? Ongedierte, raar taaltje, eigenaardige landlopers met zakmessen, steevast een slok op en gehuld in gedateerde basse-couture, pietepeuterige kronkelweggetjes met in wijn gedrenkte tegenliggers in vooroorlogse vehikels zonder remmen? Beleven jullie dit soort dingen als bedreigend? Vous êtes en Provence, Madame! Maar als die man op de tv gelijk heeft, is het dus spannender om bij Parijs om de hoek een frisse neus te halen. Voor zover dat zou kunnen, dat weet ik niet. Maar het zou me verbazen.

Mijn gesprekspartner zette zijn bedoeling uiteen. Voor de boel bedorven was, wilde hij de rijke oogst uit de Parijse diepvriezer bij ‘les Africains’ afleveren. Gewoon toestoppen. Heel gezin, die mensen hebben het niet breed, wist hij. Paar uur later was het gelukt, werd me de volgende dag verteld.

Dezer dagen kom ik ‘m vast wel weer tegen. Dan toch even vragen hoe hij dat geregeld heeft met zijn klanten uit ‘la capitale’. Waarschijnlijk gewoon níet. Zo rond Pasen als ze er weer zijn, treffen ze een prima functionerende diepvriezer aan, zo leeg als het hoofd van een Parijzenaar met plattelandsvrees. Hij zal briljant de rol van Domme August spelen en er fijntjes op attenderen dat de meest nabij gelegen supermarché, slechts 15 kilometer verderop, redelijk goed gesorteerd is. Moeten ze wel over die gevreesde binnendoor-weggetjes met hun dikke SUV.

Do it all!

Peter Hagtingius

Peter,

Allereerst dank voor het herinneren aan het bestaan van zonnegoden Helios en Ra. Niet alleen klinken ze als een olijk duo, ik ben zelf ook terug van een land dat niet al te ver van ze af ligt en heb dankzij hen een onwinters kleurtje op mijn huid gekregen, dat inmiddels al rap weer aan het verbleken is.

Het desbetreffende vakantieland was niet Afrikaans noch Arabisch, maar wel arm, en het deed me beseffen dat je voor dépaysement inderdaad niet ver hoeft te reizen. Een vlucht boeken naar een ander continent is omslachtig en duur als je bedenkt dat je met een metrokaartje à € 2 (of € 1,40 in een pakketje van tien, weet je dat ook meteen) ook al een culturele onderdompeling kunt ondergaan. Bovendien hoef je voor een metroreis geen voedsel in te slaan, dan is dat probleem ook meteen opgelost.

Het is een raar verschijnsel, reizen. Niemand wil toerist zijn, en niemand migrant. Alleen de avonturier heeft nog status, maar is inmiddels alles al lang niet ontdekt? Dus ja, waarom niet op avontuur in Bobigny of La Courneuve.

Ik geef toe dat ik in dit opzicht in het geheel niet grensverleggend ben. Veel banlieues stijgen in populariteit, maar in Bobigny noch La Courneuve heb ik ooit een voet gezet (wel in Saint Denis trouwens, waar een bezienswaardige kathedraal staat). Maar ben jij al wel eens gaan rondrijden in de banlieues van Marseille, of valt het stiekem toch tegen met onze openheid van geest? Ongeacht de culturele onderdompeling en de doorgaans fascinerende brutalistische architectuur vrees ik er toch een beetje voor mijn leven, of in elk geval voor mijn handtasje.

Dat gezegd hebbende, een familie van Afrikaanse afkomst binnen de Parijse stadsmuren is bepaald geen attractie. Het zou idioot zijn als iemand daar nog van op keek. Mocht je het met eigen ogen willen ontdekken, een wandeling door noord-oost Parijs volstaat. Een non-issue. Wel zou ik liegen als ik zeg dat de immigranten in groten getale deel uitmaken van de Parijse bourgeoisie, waar jouw Parisienne met tweede huis toch wel overduidelijk toe behoort.

Want ook als we het over oorspronkelijke bewoners van Parijs hebben, bestaat er nog altijd een flink verschil in pouvoir d’achat. De titi’s parisiens zijn nog niet uitgestorven, al worden deze wel een beetje overwoekerd door bobo’s en hipsters.

Al met al meer diversiteit op de vierkante meter in Parijs dan op een paar hectare in de Provence, zou ik zeggen. Dus bang voor het gekke volk op het platteland? Wij zijn wel wat gewend! Rest nog wel het raadsel omtrent het inslaan van supermarktvoorraden in de vriezer. Maar daar zouden wij als Hollanders met de caravan toch wel iets op moeten kunnen verzinnen, niet?

Met hartelijke groet,

Julia

 

Peter Hagtingius woont in de Var. Hij was hoofdredacteur van Côte&Provence. Van hem verscheen vorig jaar, onder het pseudoniem Peter Hooft, de bundel Provençaalse praatjes (Grenzenloos, 2016)

Julia Fortuin is blogger en freelance schrijver. Haar blog bisesdeparis is een verzameling observaties die voortkomen uit haar pogingen tot integratie in het Parijse bestaan

 

 

 

 

 

 

Reageer