Frankrijk in 50 fragmenten
22 feb, 2017 Onderdeel van prosesColumn door Caspar Visser ‘t Hooft
Het was bijna tien jaar geleden, er was nog maar één boekje van me uitgekomen, Sprekend portret. Familieleden, vrienden kochten het, lazen het – soms – om de auteur een plezier te doen, maar afgezien daarvan werd de novelle (nog geen zestig pagina’s) door niemand opgemerkt. Geen aankondiging, laat staan een bespreking, niet in een nationale krant, niet in een streekkrant, niet in een stadskrant, zelfs niet in een wijkkrant – niets. Of ja toch, één aardig stukje in een cultureel christelijk blad dat door honderd mensen wordt gelezen. Daar moest ik het mee doen. Ik was natuurlijk teleurgesteld. Ik had iemand nodig die me tot de orde riep: “Man, wat denk je wel? Dat je één boekje schrijft, laat uitgeven – is al heel wat, trouwens – en dat je dan met gekruiste armen maar een beetje kunt zitten afwachten tot de hele wereld het erover heeft? Onzin! Schrijvers moeten tegenwoordig hard meewerken met het promoten van hun boeken, en dat doen ze in de regel via de electronische communicatiemiddelen. Wat je nodig hebt, is een eigen website.” Dat was het begin van ‘Schrijver in Frankrijk’.
In die tijd beschouwde ik mijn computer nog als een typemachine met alleen een paar handige kneepjes erbij, zoals het makkelijke weg kunnen wissen van zinnen, de keuze van een lettertype, zulke dingen. Nog maar net of ik wist hoe je een email moest schrijven en versturen. Een mens leert gauw, en waar een wil is, is een weg. Mijn eerste column stond in december 2007 op de spik-en-span nieuwbakken site. Dezelfde persoon die mij tot deze vlucht in de melkweg van internet had aangezet, had me op het hart gedrukt in mijn columns een bepaald woordgebruik in acht te nemen. Waarom? Voor de referencing. Voor wat?! Hij legde me uit wat ‘referencing’ betekent. Gebruik woorden met ‘zon’ erin (‘zonnig’, ‘zonovergoten’), woorden als ‘culinair’, ‘gastronomie’, ‘wijnboertje’, ‘vakantie’, ‘God in Frankrijk’. Dat zijn woorden die mensen goegelen wanneer ze iets zoeken met betrekking tot Frankrijk, en dan is er een zekere kans dat ze ook ‘Schrijver in Frankrijk’ langs zien komen. Voor veel mensen staat Frankrijk namelijk gelijk met ‘zon’, en met eten en drinken. Ik braaf een column schrijven met al deze woorden erin. Op de site gezet, nadat me tien keer was uitgelegd hoe dat moest. De titel was Mignon de porc. Ik heb dit stuk later weer weggedaan en in de virtuele prullenbak gekieperd. Een paar clichés in een tekst is alleen maar gezellig, maar alléén maar clichés, dat is toch wat teveel van het goede.
Ja, dit jaar vieren we het tiende bestaansjaar van Schrijver in Frankrijk. Mettertijd kwamen er nieuwe foefjes bij. Nieuwe pagina’s, nieuwe plaatjes voor op de hoofdpagina, een nieuwe indeling in rubrieken, nieuwe links (“ook goed voor de referencing!”). Wie was het ook alweer die mij het briljante idee influisterde om anderen te benaderen voor bijdragen? Dat was de klap op de vuurpijl. “Noem ze gastschrijvers. Het geeft meer reliëf aan de site, meer interactiviteit. En ook dat is natuurlijk goed voor de – raden… ?” “Referencing” – zei ik braaf. En zo stapte ik, de meest timide persoon van de wereld, in mijn stoute schoenen en begon lijntjes te leggen naar andere schrijvers die iets met Frankrijk hebben. Alles via-via. De responsen waren vaak – niet altijd – positief. Beter nog, het werden soms fijne en duurzame contacten. Om Schrijver in Frankijk is zoiets als een gemeenschap ontstaan. Voor de eerlijkheid moet ik er wel bij zeggen dat het mij niet altijd makkelijk valt om elke tien dagen à twee weken iets voor de site te produceren (want dat was het ritme ik me vanaf het begin had opgelegd). Als een gastschrijver me daarom iets toestuurt, dan heb ik even vrij.
En nu een bundel, op papier, ingebonden, en in de handel. Een uitgever die gespecialieerd is in verslagen van mensen die in het buitenland wonen bleek in mijn columns geïnteresseerd. Ik heb er vijftig uitgekozen, van de meer dan tachtig. Bij de keuze hanteerde ik het volgende criterium: via de columns moest een zo breed mogelijk beeld van Frankrijk worden gegeven. Geografisch gezien, historisch gezien. Ook beoogde ik een mix van verscheidene genres, beschrijving, beschouwing, anecdote, humor… Nelleke Noordervliet bleek bereid een voorwoord te schrijven. Ze is zelf gastschrijver, auteur van een paar prachtige stukjes op ‘Schrijver in Frankrijk’. Rees de vraag: welke titel? Ik dacht eerst aan Café, croissants, caprices. “Niet doen!” – zei me iemand, “dat café, croissants is afgezaagd, en dat caprices is te precieus-couperiaans”. Eclats de France leek me ook wel aardig. “Nee, te Frans – je schrijft voor Nederlandstaligen”. Het werd Frankrijk in vijftig fragmenten.
Een mooie manier om tien jaar ‘Schrijver in Frankrijk’ te vieren! De bundel is deze week uitgekomen en is nu overal te bestellen. Et avec ça, bonne lecture!
1 Reactie op “Frankrijk in 50 fragmenten”
Door Molière op 23 feb, 2017
Besteld !