1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Zbigniew

29 okt, 2014 Onderdeel van proses

Column door Willem van Toorn

Onze West Highland white terrier is genoemd naar een Zweeds meisje dat een paard kan optillen: Pippi – een naam die in ons Franse dorp gemengde reacties oproept vanwege de associatie met faire pipi. Welopgevoede dames omzeilen het probleem door haar Fifi of Bépi of zoiets te noemen. Ze is ook als een goede terrier zeer nieuwsgierig van aard, wat ons af en toe noodzaakt tot een bezoek aan de dierenarts in het naburige grotere dorp. Een keer moest haar leven worden gered nadat ze in een dennenprocessierups had gehapt – wat zelfs voor paarden zeer gevaarlijk is; bij een andere gelegenheid moest ze onder narcose geopereerd omdat er een naaldscherpe stekel van een graangewas diep in haar voet was gedrongen.

Onze dierenarts draagt een Poolse naam maar is een geboren Fransman. Hij doet ook grote beesten en heeft daar ook het postuur voor. Hij is een gemoedelijk man, een soort dokter Vlimmen (voor wie zich de beroemdste Nederlandse veearts nog herinnert) met grote laarzen en boerse werkkleding aan. Ook zijn jongere medewerker is Pools, maar dat is wél een immigrant, nog achter het IJzeren Gordijn geboren. Hij heeft weliswaar in Limoges gestudeerd, maar spreekt een soms aarzelend Frans. Voor een arts die vaak kordate, pijnlijke ingrepen moet verrichten, is hij soms onbeschaamd sentimenteel tegen dieren. Hij spreekt Pippi toe alsof ze minstens zoveel verstand heeft als een mens en zoent haar op haar neus. Toen Pip onlangs bij een te wilde sprong een nagel van haar linkervoorpoot had ingescheurd en de boel daar ontstoken was, moest hij de poot ontsmetten en daarna een recept voor pijnstillers en de in Frankrijk onvermijdelijke antibiotica uitschrijven. Hij ondertekende dat met een leesbare achternaam en een krabbel voor zijn voornaam: ‘Die kan toch niemand onthouden.’

‘Hoe is die dan?’ vroeg ik.

‘Zbigniew,’ zei hij.

‘O, dat is gemakkelijk,’ zei ik. ‘Net als de grote dichter Herbert.’

Hij keek mij totaal verbluft aan. ‘Kent u die dan?’ zei hij. ‘Zbigniew Herbert? Zijn gedichten? Een prachtige dichter. En een dappere anticommunist.’ Hij kreeg tranen in zijn ogen. ‘Een balling, net als wij.’

Ik weet niet wie hij met ‘wij’ bedoelde – een gezin, vrienden misschien?

‘Ineke en ik hebben hem ook vaak ontmoet,’ zei ik. ‘Op een groot poëziefestival in Nederland waar we allebei iets mee te maken hadden. Daar was hij regelmatig te gast.’ Mijn verbazing was minstens zo groot als de zijne. Welke Nederlandse plattelands-veearts zou tranen in zijn ogen krijgen bij het horen van de naam van Hans Faverey, of Lucebert, of Herman Gorter, om eens vergelijkbare grootheden te noemen?

Ik hoop dat we, zonder te grote rampen voor Pippi – maar die moet ook af en toe gewoon een prik tegen hondsdolheid of andere ellende krijgen – nog eens rustig met hem over Herbert kunnen praten. Nu was hij te aangedaan, en er wachtten andere patiënten. Dit is een praktijk waar nog wel eens een Landrover met een remorque met een ziek kalf voor de deur verschijnt. Welke gedichten zou hij, als ervaringsdeskundige, het mooist vinden? Een van mijn favoriete Herbert-gedichten is ‘Damastes alias Procrustes spreekt’, waarin hij de beruchte rover uit de oudheid, uitvinder van het procrustes-bed waarop hij de ledematen van overvallen reizigers op maat hakte, opvoert als een huilerige goedprater van zijn misdaden – een figuur waarin iedere Pool de partijbons of –meeloper herkende:

 

…in wezen was ik een geleerde een maatschappijhervormer

mijn ware hartstocht was de antropometrie

 

ik ontwierp een bed volgens de maten van de volmaakte mens

mat gevangen reizigers aan dit leger

het rekken van ledematen het snoeien van uiteinden – ik geef het toe –

waren moeilijk te vermijden

 

de patiënten gingen dood maar hoe meer er omkwamen

des te zekerder wist ik dat mijn onderzoek juist was

het doel was verheven de vooruitgang eist offers

 

Dokter Zbigniew, groot genezer van zieke en gewonde dieren. Ik wil graag dat hij ons nog eens dit gedicht in het Pools voorleest, in la France profonde.

 

Willem van Toorn is dichter, romancier en vertaler. Voor de dichtbundels Het landleven (1981) en Eiland (1991) ontving hij respectievelijk de Jan Campertprijs en de Herman Gorterprijs. Hij woont in de Berry

 

 

Reageer