Chaussée Brunehaut
24 sep, 2024 Onderdeel van paysagesColumn door Caspar Visser ‘t Hooft
We vereren ‘hardheid’, ‘sterkte’. We zeggen niet meer dat iets goed is – nee, het is sterk. En we willen geen feiten, want dat is niet genoeg. We willen harde feiten. Deze verbale krachtpatserij heeft iets wrangs, doet denken aan het zwakste jongetje van de klas dat vol stille nijd naar de spierballen van zijn leeftijdgenoten loert. We willen harde feiten – ik noem dat ‘factolatrie’. En wanneer deze factolatrie het verleden betreft, word ik kregelig. Toegegeven, historici zoeken naar feiten om daarmee bestaande hypotheses aan de kaak te stellen. Het is hun taak, dat is wetenschap. Maar daarmee is het goed recht van mijn verbeeldingskracht nog niet aangetast. Alsof het verleden me alleen iets te zeggen zou hebben wanneer het me in de vorm van harde feiten werd opgedist. Nee, en nog eens nee! Wie de kaarsrechte en mijlenlange wegen heeft aangelegd die in Noord-Frankrijk en in de Champagne kriskras het wijde landschap doorkruisen, en die alle aanspraak maken op de naam ‘chaussée Brunehat’, is onbekend. Mooi! Van mij mag dat zo blijven, ik hoef daarover geen harde feiten. Van mij mag het verleden ‘zacht’ zijn, zodat ik er mijn vinger in kan steken, en erin kan roeren. Want dat is wat de verbeelding doet.
Kaarsrechte wegen
In mijn jeugd, op weg naar Zwitserland, pakten we altijd wel ergens een stuk weg dat op de kaart met de naam ‘chaussée Brunehaut’ wordt aangeduid – naast het nationale of departementale nummer natuurlijk. We zaten achter in de auto, en als de weg ons de hoogte in tilde, dan smeekten we Pa of hij alsjeblieft op het gaspedaal wilde drukken. Want op de top van de lage heuvel, wanneer de auto aan de afdaling begon, was het dan alsof we even in de lucht zweefden. En dat gaf een gek gevoel in de maag. ’t Is dat die ‘chaussées’ zich niets van de bijzonderheden van het landschap aantrekken: we lopen recht toe recht aan, we maken voor geen heuvel of dal een omweg, klaar! Pa zei dat de weg een oude Romeinse weg was. Die wegen waren altijd zo recht. Sommige Romeinse wegen bleven ook na de Romeinse tijd in gebruik, andere niet. Vandaar dat je er ook midden in de zo eindeloze korenvelden hier en daar nog sporen van terugvindt, stukken plaveisel, mijlstenen… Waarom sommige van die wegen ‘chaussées Brunehaut’ werden? Omdat de Frankische koningin Brunehaut ze in de 7e eeuw na Christus, na een tijd van verwaarlozing liet herstellen? Mogelijk…
Koningin
Vergelijkbaar met de oorsprong van de naam Mahaut – van Mat-hilde -, is Brunehaut een verfransing van het Germaanse Brun-hilde. ‘Hild’ wil zeggen ‘strijd’. En gestreden heeft ze, Brunehaut, in de jaren dat ze koningin was van Austrasië, echtgenote, en daarna weduwe, van de Frankische koning Sigebert, uit het geslacht van de Merowingers. Haar grootste vijand was Fredegonde die als concubine van haar zwager Chilperic; koning van Soissons, begon, en die na de wettige koningin van Soissons – zuster van Brunehaut – om het leven te hebben gebracht met deze zwager Chilperic in het huwelijk trad en daardoor zelf koningin werd. De vete tussen de twee koninginnen was aanleiding tot een bijzonder felle, bloedige strijd binnen de uitgebreide familie van de Merowingers, waarvan de leden zich delen van het Frankische rijk, dat hun voorvader Clovis had gesticht, betwistten. Haast niemand bleef gespaard. Brunehaut eindigde haar leven op een wel bijzonder wrede wijze. Ze werd met haar haren, een arm en een been aan de staart van een ongetemd paard vastgebonden, om vervolgens door dit paard net zolang over de straten te worden voortgesleept tot ze bezweek.
Legende en verbeelding
Een ‘hard’ feit? Ja, zeker hard: in harde tijden zijn de mensen hard. Nee, want het wordt niet door sluitende bewijzen gestaafd. Een sterk verhaal? Ja, maar dan in de oude, ironische zin van het woord: twijfelachtig. Want de geschiedenis van het Frankische rijk in de 6e en 7e eeuw is met legenden doorweven. Een reden voor sommige historici om botweg te ontkennen dat het koningin Brunehaut was die de oude Romeinse wegen in Noord-Frankrijk heeft laten herstellen. Temeer omdat ze destijds over het oostelijke deel van het Frankische rijk, Austrasië, heerste, en de betreffende wegen zich laten vinden in wat vroeger het westelijke deel ervan was, Neustriê. Ja, maar waarom heten ze dan ‘chaussées Brunehaut’? Ik denk: waarom zouden de mensen niet begaan zijn geweest met die arme koningin die op haar oude leeftijd op zo gruwelijke wijze aan haar einde moest komen, ook al was ze niet hun eigen koningin geweest? Kom, we noemen die mooie wegen, die sinds kort zijn opgeknapt naar haar! Een eerbetoon, een monument. Dit is wat ik me … verbeeld.
Sorry, comments for this entry are closed at this time.