Europese normen
3 nov, 2010 Onderdeel van plaisanteriesColumn door Dick Dijs
De letters op de fraaie, oude gevel zijn deels afgebladderd en voor het overige sterk verbleekt. Maar de naam is nog wel leesbaar: Hôtel l’Union. Op dit uur is de bar nog leeg. De duikbuikige en (daarom?) goedmoedige patron zwiept zijn witlinnen glazendoek over de schouder en tapt mij vakbekwaam een ‘demi’. We bespreken het mooie weer en de rust van het stadje en de komende regionale verkiezingen. Op het voorterras nemen twee Engelse paren plaats onder een van de vele parasols. De patron probeert bij de levering van hun bestelling een praatje te maken, maar hij is gauw terug: zijn gasten spreken geen woord Frans en hij nauwelijks Engels en dan ben je gauw uitgekletst. Wij vervolgen ons praatje en als ik bij mijn tweede biertje vraag of ik er kan overnachten, lijkt zijn gedaante opeens te krimpen – een mooie soufflé die inzakt, een ballon die leegloopt
C’est l’Europe qui m’a donné le lapin
Met een mismoedig gezicht schudt hij eerst langzaam van nee, slaakt dan een diepe zucht en zegt met nadruk dat dat beslist niet kan. Op mijn vraag of alle kamers zijn bezet, zegt hij schamper dat het tegendeel het geval is. En dan dondert hij met alle kracht die in hem is verbitterd los. De hôtellerie is hem afgenomen. Niet omdat de gasten ontevreden waren. Ook niet omdat hij te veel rekende. Evenmin omdat er gevochten en gemoord zou zijn. En zijn klanten had hij ook al niet opgelicht. “Non, non, monsieur, c’est l’Europe qui m’a donné le coup de lapin – Europa heeft mij de nekslag gegeven, heeft mij de das omgedaan.” Zijn bedoening voldoet niet meer aan de in Brussel bedachte regels – te ouderwets, te weinig comfort, misschien te luid krakende trappen of een wat sleetse loper op de gangen en daarom, zeggen de Brusselse bemoeiallen, onvoldoende op de verlangens van de moderne toerist ingesteld. “Maar mijn gasten waren tevreden. Ik had veel vaste klanten, ook uit het buitenland. Zij hielden van de sfeer, van de grote kamers met de houten bedden, van de lange gangen. De meeste van hen vonden één badkamer per etage genoeg. De anderen waren tevreden met een douche. D’accord! Die waren niet zo modern en men moest misschien wat wachten op warm water, want dat moest helemaal uit de keuken komen, maar ik heb daar nooit klachten over gehad. En wat ze ook aansprak, meneer, dat was de prijs: zestien euro per kamer, voor twee en voor sommige kamers desnoods drie personen. Honderd francs, zoals we toen zeiden. Iedereen was tevreden, behalve die imbecielen in Brussel. “L’Europe, monsieur? C’est de la merde!”
Schoon en onpersoonlijk
Maar voor mij heeft hij wel een oplossing. Hulpvaardig loopt hij mee naar buiten en wijst een hotel aan dat, je ziet het al van verre, wel aan de moderne eisen voldoet: een donkerrode baldakijn bij de ingang en, naar even later blijkt, een design balie waar ik doelmatig de computer in word getikt, een lift om op de tweede etage te komen en een kamer die even schoon als onpersoonlijk is. Aan de deur prijkt de prijslijst: de kamer kost 45 euro. Of ik ook wil dineren? Nee, ik heb al besproken bij uw collega, of nu eigenlijk uw ex-collega. Die maakt, zodra ik voedsel en drank heb besteld, in de open keuken achter in de eetzaal, met spaanhout van een tomatenkistje, het vuur in de kookhaard aan. Zijn vrouw zet lelietjes-van-dalen op de tafels, schikt hier en daar nog wat serviesgoed en legt haar notitieblok pakklaar op de piano. Met de zojuist ontkurkte fles nog in de hand wacht de patron mijn keuring af. Ik ruik geen kurk en zeg dat het goed is. Maar hij wil zekerheid, heft de fles en snuift de wijngeur heel diep, goed hoorbaar en met zichtbaar genoegen een neusgat in.
Zie ook: www.dickdijs.nl
1 Reactie op “Europese normen”
Door De schrijver in Frankrijk op 3 nov, 2010
Alles moet schoon, kitch, badkamerig, duur en overal hetzelfde zijn. Normen voor de precieuze oude juffrouwen die wij Westerlingen zijn geworden, terwijl elders op de wereld… Enfin, te idioot voor woorden.