1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Wandeling in de Quercy

17 okt, 2024 Onderdeel van paysages

Column door Caspar Visser ‘t Hooft

Salland, Montferland, de Meierij… weten alle Nederlanders waar we het over hebben wanneer we deze namen noemen? Nee. De twaalf provincies, die kan iedereen keurig opzeggen. Maar naast de provincies heb je ook streken, en de oude namen van deze streken – die niet met de provincies overeenkomen, omdat hun oppervlakten er slechts delen van bestrijken – zijn minder bekend. In Frankrijk kom je hetzelfde fenomeen tegen. Je hoeft maar de naam van een van de honderd-een departementen te noemen, en iedereen zegt “Aha!”. Het spelletje is dan wie het eerst met het nummer van het departement voor den dag komt. Lot-et-Garonne – 47!  Pas de Calais – 62! Alpes Martimes – 06! Enzovoort. Maar naast de departementen heb je in Frankrijk ook streken. Vroeger, voor de Revolutie, waren het de provincies waarin het Franse koninkrijk was opgedeeld. En de namen van deze voormalige provincies zijn minder algemeen bekend. Ik had het laatst met iemand over de Artois. Wat? De Artois? Ken ik niet. Ik uitleggen: de Artois is een streek. Het bestrijkt een deel van het departement van de Pas de Calais. O! – weer wat geleerd. Toen ik terugkwam van een vakantie in de Quercy – alweer een tijdje geleden – en ik iemand daarover vertelde, was er een zelfde reactie. Quercy? Ja, dat is de oude naam voor wat nu de Lot (46) heet, plus de Tarn-et-Garonne (82), met daarbij stukjes van de departementen van de Corrèze (19) en de Aveyron (12). O! Er is een apéritief naar genoemd: Lou Quercynol. Nooit van gehoord. Hè? – een beetje Fransman kent toch op z’n minst de namen van alle Franse apéritieven? Blijkbaar niet. Het zijn er ook zoveel.

Een wandeling

Oude herinneringen gaan in die zin soms op dromen lijken dat alleen sterke beelden overblijven en dat de draad die deze beelden met elkaar verbond verloren is gegaan. De draad, dat wil zeggen de lange, saaie keten van oorzaak en gevolg die de tijd bepaalde tussen de ervaringen die zo’n sterke indruk maakten. In dromen worden deze sterke beelden door elkaar gehusseld, in je herinnering blijft nog iets van de chronologische volgorde bewaard. Dat is het verschil. Goed, dit om te zeggen dat ik aan dat verblijf in een gehuurd boerderijtje in Lacapelle-Marival – in de Quercy – de herinnering heb overgehouden aan een lange wandeling, en dat – in mijn herinnering – deze wandeling uit drie sterke beelden bestaat. Het eerste beeld is de Déjeuner sur l’herbe van de schilder Manet. Een gezelschap jongere mensen heeft zich aan de rand van een meertje geïnstalleerd voor een picknick. De mannen zijn gekleed, de enige vrouw van het gezelschap is spiernaakt. Mijn hond, Feyo, rent op ze af. Hij heeft lekkere dingen geroken. Feyo!!! Hij heeft iets in mijn stem gehoord dat hem op slag in zijn vaart stuit. Hij aarzelt, keert zich om, komt terug. Nogal een wonder overigens. Wat hij heeft hij gehoord? Was ik geschrokken van de aanblik van dat gezelschap bij het meer? Omdat het zo griezelig veel leek op het beroemde kunstwerk van Manet?

Een beek

De wandelroute volgde de zuidwestelijke helling van een heuvelig bossenmassief. Hier en daar liet het zachtgroene gebladerte van de kastanjebomen een doorkijkje vrij op de geel-blinkende Causse de Gramat. Ik moet uren hebben gelopen toen het pad opeens nogal stijl naar beneden liep, naar een diepte in het bos waar een beek doorheen stroomde. Daar moest je over. Glashelder water kronkelde zich haast onhoorbaar een weg om glimmende keien. De rand van de beek was bezaaid met witte en roze bloemetjes. Een stilte alom! Geen vreedzame stilte, eerder de stilte als van iemand die zijn adem inhoudt. Ja, deze stilte viel op. Dezelfde beek ben ik later tegengekomen op sommige tableaus van schilders uit de school van de prerafaëlieten (Millais, Rossetti, Waterhouse). Een tableau dat nu aan de wand van mijn heugenis hangt.

Cardaillac

Ik was een troubadour, een ridder zonder vrees of blaam, die eindelijk zijn bestemming bereikt. Zo kwam ik mezelf voor toen, recht voor me, Cardaillac boven de kruinen van de kastanjebomen opdoemde. Een middeleeuws stadsreliëf: hoge torens boven een stenen omwalling. Ik moest denken aan San Gimignano. Nee, dit had ik niet verwacht. Ik was opgetogen. Aangekomen in het stadje stapte ik een telefooncel binnen. Ik belde naar huis: kom hier met de auto, jullie allemaal! Cardaillac – echt een ontdekking! Even later dronken we wat op een terrasje op het plein. Dat denk ik tenminste, want ik zie ons niet voor me. Wat ik zie, is Cardaillac zoals het daar boven de bomen oprijst. Later heb ik over het stadje gelezen. Eeuwenoud. Stamoord van het meest vooraanstaande adellijke geslacht van – ja, de Quercy. In de tijd van de godsdienstoorlogen koos het de zijde van Hendrik IV en de protestanten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers er lelijk huisgehouden.

Kan allemaal zijn, ik bewaar het beeld van een hoge graalburcht, een Monsalvat.

 

Sorry, comments for this entry are closed at this time.