Jaarwisseling op Chaunac
28 dec, 2023 Onderdeel van paysagesColumn door Rosemarijn Milo
Een herinnering aan de jaarwisseling – eeuwwisseling – 1999-2000…
… Als je naar Chaunac wilt, moet je bij Tulle (departement Corrèze) een afslag nemen; na enig zoeken lukt dat. Al gauw ben je op een bijna verlaten weg. Beter gezegd een bosweggetje dat zich linksom en rechtsom slingert en heuvel op, heuvel af. Een zigeunerkamp hoort al sinds mensenheugenis tot het landschap net als het riviertje en het bruggetje. Tegen de tijd dat je weer een huis ziet, neem je een slinger naar rechts en rijd je het terrein op dat hoort bij, wat hier genoemd wordt, ‘Le Château de Chaunac’.
Het bestaat uit een groot hoofdgebouw dat cachet krijgt door de grote overdekte put die ervoor staat, en een tweetal zijvleugels. Vanaf de zijkant heeft het uitzicht op een uitgestrekte, veel lager gelegen vlakte en het bos daarachter. De zijvleugels zijn minder statig, veeleer pittoresk, en in één ervan bevindt zich het eigen kapelletje van het kasteel.
Het Château de Chaunac wordt bewoond door Françoise Raedecker (mijn dubbel aangetrouwde nicht) en haar twee zusters, hun kinderen en kleinkinderen, en, voor zover aanwezig, echtgenoten; al dan niet het hele jaar door. Françoise heeft twee zoons, Vincent en Marnix, van wie de een drie en de ander twee kinderen heeft. Elk van de zusters bewoont een eigen deel van het kasteel. De inrichting is beeldschoon én pure chaos. ‘Le grand Meaulnes’ – als je dat wat zegt – is er niets bij. Die geheimzinnige verkleedpartij had hier kunnen gebeuren. Aan alle muren hangen schilderijen van Max Raedecker (de in 1987 overleden echtgenoot van Françoise), er staan en hangen triptieken van Max, beeldhouwwerk van zijn vader, Willem Raedecker, en van zijn zoon Marnix. In de grote tuin staan fonteinen die Marnix heeft gemaakt en die ‘s zomers ‘werken’. ‘s Avonds ook nog in een zee van licht. De open haard in de salon is zo groot, dat er aan weerszijden bankjes in kunnen staan waar twee mensen op kunnen zitten. Verder staan er een grote bruine Pleyel-vleugel, prachtige kasten, tafels, stoelen, en liggen kleden op de grond van beton. Verdere vloerbedekking voor deze enorme ruimte was bij de laatste renovatie te duur.
Een groot deel van de tijd pleegt er te worden gekookt, voor zo’n 15 man/vrouw/kind, twee warme maaltijden per dag. Wie aanwezig is op het moment dat er gegeten wordt, schuift aan of stapt op. Op ieder moment van de dag is het gezelschap anders samengesteld. Françoise’s zusters, Annette en Marie-Rose, komen dagelijks even gedag zeggen. Hun kinderen, kleinkinderen of andere aanhang komen binnen, zeggen of zoenen alle anderen gedag, ‘ça va ?’, en gaan rustig zitten, praten, lezen, spelen, eten of zich vervelen. Doen, hoe dan ook, of ze thuis zijn. Alle generaties noemen elkaar bij de voornaam, maar de regels voor tutoyeren of vousoyeren zijn niet altijd even duidelijk. De kinderen, neven en nichtjes, achter- idem en vriendjes eten in de keuken, de volwassenen in de grote salle de séjour. Iedereen doet wel een keer boodschappen. In de keuken, groter dan menige Hollandse doorzonkamer, liggen her en der zakken fruit, aardappels, dozen eieren, stukken kaas, broden; staan flessen water en wijn.
Het is nu oudejaarsavond. In de keuken heeft menigeen zich een eiland gemaakt om zijn of haar bijdrage aan de ‘grande bouffe’ voor te bereiden. Alles ligt door elkaar, is min of meer onvindbaar, niemand windt zich ergens over op en doet waarvoor hij gekomen is. Na verloop van tijd is de séjour nog mooier versierd dan hij al was en staan er op de prachtige centraal geplaatste tafel gepocheerde zalm, gerookte zalm en forel, aardappelsalade, sla met roquefortsaus, brood met foie gras, gebraden kip, broodjes met rode kaviaar. Er gaan schalen rond met met soesjes met pikante sausvulling, pasteibakjes met coquilles Saint-Jacques. Op de vleugel staan appel- en notentaarten, vijgen, noten en gevulde dadels. Op de zijtafel borden, bestek, glazen, witte en rode wijn en champagne. Alle bewoners van het kasteel en een aantal anderen komen de ‘réveillon’ vieren bij de Raedeckers. Iedereen heeft zich opgetuigd. Susanne (5) loopt net als Marie (11) met glittertjes op oogleden en wangen. Zo ook de eeuwige vrijgezellin Isabelle (50, apotheker in Parijs). Marie heeft haar grootmoeder Françoise opgedirkt met dat zelfde spul. Annette (72) ziet er prachtig aangekleed en opgemaakt uit en Maxence (11) zegt dat zij er daarmee erg jong uitziet. Na middernacht wordt de verjaardag van Louise (2) gevierd. De andere kinderen maken zich ogenblikkelijk van haar verjaarscadeaus meester. Michel, de vrijer van een van de tweelingzusters Laurence en Nathalie heeft voor de wijn gezorgd, proeft, en zegt dat het ‘un vin correct’ is. Marie-Céline (70?) is zo dik dat zij zich nauwelijks zonder hulp uit de bank kan ophijsen. Chantal (85?), schoonmoeder van Marnix, is gespecialiseerd is Europese vorstenhuizen en verbaast iedereen door haar kennis van alle huwbare prinsen en prinsessen.
In deze omgeving, ook nog eens permanent opgesierd met vazen waarin eeuwige boeketten, kandelaars, grote wandborden, voor de gelegenheid overal mistletoe opgehangen, ben ik en hoor ik.
.
Rosemarijn Milo is juriste, ze heeft in Nederland gewerkt als advocaat, daarna rechter. In 2006 is ze naar Frankrijk verhuisd, om er als tolk en vertaalster te werken bij de rechtbank van Metz. Ook heeft ze een conservatoriumopleiding als celliste gevolgd. Ze geeft af en toe cellorecitals in kleine kring. Ze is de auteur van Brieven uit La Dominance (2012), van het familie-drieluik Een vervlogen droom (2019), Het hoge woord (2020), Een jaar uit het leven van P. J. C. M. S. (2021) en van het interessante Frankrijk-boek Hopeloos verliefd op Frankrijk (2022)