1
1
2-300x75
3-300x75
4-300x75
5-300x75
6-300x75

Het clichémannetje

26 mrt, 2014 Onderdeel van plaisanteries

Column door Peter Hagtingius

En zo gebeurde het dat ik voor het eerst van mijn leven even naar de aow-zender Omroep Max moest loeren. Aldus verordonneerd door een dwangmailtje van mijn geleerde neef te Alkmaar. Dit in verband met een uitzending over Franse wijn. In familiekring sta ik niet geheel ten onrechte bekend als een nathalsje met betrekking tot de betere druivensappen.

Het zou gaan om een programma van een vrolijke flierefluiter wiens naam me aan gortepap deed denken. Volgens Google een muzakmuzikant of daaromtrent, gespecialiseerd in ultra-commerciële, makkelijk na te neuriën riedeltjes voor reclamedoeleinden, waaraan je je bij de eerste maten al kapot ergert. Thans ook wijnboer ter hoogte van Bordeaux . Ik herinnerde me dat ik jaren terug in het oude vaderland een bouteille van die man te drinken had gekregen. Mijn neef had toen Albert Heijn met een serieuze slijter verward. Ik nam het hem niet kwalijk, hij bedoelde het goed. In die AH-winkel vermoedde hij iets van Franse kwaliteitswijn: er stond per slot iets bloemrijks Frans op het etiket. En van een bij voorbaat verdacht voordelig prijskaartje was geen sprake. Na een paar slokjes schakelde ik gehaast over op de fles die ik zelf had meegebracht, een elegante ´rouge´ AOC Côte de Provence. De naam van het domaine weet ik niet meer.

Conform de Alkmaarse instructies nam ik op tijd voor de buis plaats. Meteen wist ik me geconfronteerd met een ´typetje´ van André van Duin. ´Willempie´, ´Wijdbeens´, ‘De Bok’: geen idee hoe ze allemaal heten, alleen boekhouders met een gecomputeriseerde zakjak kunnen de tel bijhouden van het aantal karikaturen dat de Hollandse volkskomiek in de loop der jaren bedacht heeft. Dit keer had Van Duin blijkbaar voor ‘de Fransoos’ gekozen. En dan ook nog eens voor de oervariant. Verscholen achter een druiligere spaghettisliertensnor en met de alpinopet van typetje ‘De Bok’ guitig schuin op het hoofd geplaatst. “Ja”, knikte ik instemmend, “ zo denken ze in Nederland nog steeds dat een echte Fransman er uitziet. Ook al is ie 100 jaar geleden uitgestorven.” De komiek had er werk van gemaakt. Ik verheugde me al op zijn sketch.

“Nee, nee”, zei mijn vrouw die erbij was komen zitten en overal verstand van heeft, “ dit is echt die wijnboer. Ook een typetje, maar Van Duin is het niet.”

Toen viel ik even stil.

Moest ik werkelijk geloven dat ik niet naar een namaakpersonage keek? Was deze etalagepop uit het Frankrijk van ver voor de Eerste Wereldoorlog inderdaad die Nederlandse tulpenwijnboer, wiens deuntjesrepertoire Beethoven -doof of niet- woedend uit zijn graf zou doen opstaan?

Het vervolg van de uitzending bevestigde het gelijk van mijn vrouw. Het trieste clichémannetje van de al even achterhaalde Tulpenrally van ooit, die nog steeds bij ons in Zuid-Frankrijk verreden wordt. De laatste Nederlander die denkt dat je pas ´Frans´ bent als je zo´n alpino op je kanis zet. Na een kwart eeuw in Zuid-Frankrijk weet ik dat zelfs hoogbejaarden allang zo´n stom mutsje niet meer dragen. Zoals we ´s zomers toeristen altijd herkennen (en uitlachen) die met zo´n achterlijke strooien hoed à la Van Gogh goede sier denken te maken.

Niettemin heb ik de rest van de uitzending uitgezeten. Het werd erg, het ging over ´mijn ´ deel van Frankrijk, de Provence. Volgens het verkleedde lichtgewicht rijden we hier allemaal rond in opengewerkte plastic Méhari´s van Citroën. De waarheid is dat alleen getikte zonderlingen (vaak Britten) nog met zo´n gammel op een Eendenchassis geplakt namaak Jeepje de weg op durven. Maar ja, voor het clichémannetje van MAX is die levensgevaarlijke Dinky Toy hét symbool van ´joie de vivre´. Hij moest eens weten.

We werden meegenomen naar de wijngaarden van de rosé-industrieel Ott, die bij ons in de buurt tal van domaines exploiteert. Naam & faam, van een tijdje terug. En dus haastte drs. Cliché zich erheen, voor zover dat kan in een Méhari. Voor een propagandistisch ´interview´.

Dat wij in de Provence, verstandige mensen als we zijn, allang geen Ott meer drinken omdat de prijs/kwaliteit-verhouding van geen kant deugt, tja. Je zou kunnen betogen dat de nepverslaggever in clownsverpakking dat in zijn hagiografisch onderhoud toch nog liet doorschemeren. Want Ott exporteert véél. Ja, maar naar landen waar ze van onze rosé geen kaas gegeten hebben en grif drie keer teveel betalen. Tien tegen één dat de commerciële deuntjesgoeroe een lucratief notenkrakertje heeft verzonnen ter ondersteuning van de Ott-verkoop in altijd lastige supermarchés in New York, Peking en Tokio.

De Méhari tufte naar Aix-en-Provence. De alpino gaf een tip: niet eten op de beroemde Cours Mirabeau, en al helemaal niet bij Les Deux Garçons, dé klassieke brasserie van de stad. Zola en Cézanne aten er destijds vrijwel elke middag, naar volle tevredenheid. Picasso, Piaf, Churchill werden er met open armen ontvangen. Ik ook. Maar de barbershop snorremans met het obsolete kopdopje kon naar zijn zeggen geen tafeltje bemachtigen. Geen wonder, ook in Aix was het carnaval al voorbij -of nog niet begonnen- toen hij zich meldde.

Waarna we gortdroog getrakteerd werden op het uitgekauwde ANWB-advies dat je de restaurants (allemaal ‘touristtraps’) op de grote boulevards in trekpleisters als Aix moet mijden, dat je beter een straatje verderop kunt kijken. Tja. En als het regent, is het niet droog.

Ik had dit allemaal al opgeschreven toen ik naar het Grand Journal van Canal Plus zat te kijken. Onverhoeds kreeg ik een pleidooi voor de herinvoering van de alpinopet, de baret, voor m´n kiezen. Ze schijnen in China gemaakt te worden, er is nog maar één Frans alpino-atelier, ergens in de Pyreneën.

Toen ik die uitzending zag, moest ik ineens weer denken aan het wijngedrenkte clichémannetje. Is hopeloos verouderd het nieuwe nieuw? Zou zomaar kunnen: de jurken van mijn moeder zijn ook weer in de mode. En iedereen vergist zich wel eens. “Nee”, besloot ik, “er is een wereld van verschil tussen mode en maniertjes. Net als tussen wijn en eh…. wijn.”

Peter Hagtingius was hoofdredacteur van Côte&Provence

 

 

 

 

 

 

 

  1. 1 Reactie op “Het clichémannetje”

  2. Door Andy Arnts op 30 mrt, 2014

    Zeer geestig, herkenbaar en waar!
    Waar is helaas ook dat het Hollandse tv-publiek dit kennelijk wil. Bij een kwaliteitzender als de BBC had deze man geen schijn van kans gemaakt.

Reageer