Afwassen
24 feb, 2010 Onderdeel van paysagesColumn door Martijn CouwenhovenSinds de zomervakantie hebben wij geen vaatwasser meer. Hij is er nog wel, maar ik negeer hem. Voor mij bestaat hij niet meer. Het is al vaker voorgevallen dat we na een kampeervakantie terug wilden naar de eenvoud en zaken als de televisie en de vaatwasser afzworen, maar meestal werden ze na een paar dagen toch weer in genade aangenomen. Nu is het echter menens. Met de vaatwasser dan. De televisie mag blijven, maar dan alleen voor de publieke omroepen.
We zijn nu drie weken thuis en ik doe het graag, afwassen. En het liefst alleen. Doordeweeks twee keer, in het weekend drie keer per dag. ’s Ochtends, ’s middags en ’s avonds. Mijn vrouw biedt meestal wel aan om te helpen met afdrogen, maar dat wil ik niet. Afwassen, afdrogen, opruimen, ze horen bij elkaar, deze drie verschillende handelingen vormen samen één geheel. En wat een overzichtelijke bijkomstigheid is, is dat deze handelingen altijd in dezelfde volgorde gedaan moeten worden, net zoals douchen, afdrogen en aankleden. Een andere volgorde is uitermate onhandig.
Door het afwassen heb ik ook weer aandacht en oog voor onze borden en het bestek. Communicatie creëert verbondenheid. Niet dat ik tegen de vorken sta te babbelen of de dag doorneem met de lepels, maar het geeft een zekere rust het eetgerei eens rustig door je handen te laten gaan en het vervolgens schoon en droog in de bestekbak terug te leggen. Ik heb de bloemetjespatronen op onze oude Franse borden nooit zo bestudeerd, maar nu zie ik hoe mooi ze eigenlijk zijn.
Op de onderkant ontdekte ik stempels met de naam en plaats van de fabricanten. Saint-Amand-les-Eaux, Lunéville, Longwy, Badonviller. Dat vroeg om een onderzoek naar hun herkomst.
Hamage & Moulin des Loups, een groene stempel met een molen, is een keramiekfabriek die in 1705 zijn oorsprong vond in Saint-Amand-les-Eaux, in de regio Nord-Pas-de-Calais. De plaats ligt in een omgeving die ideaal was voor het vestigen van een aardewerkfabriek. Rivieren en wegen voor de aan- en afvoer van het materiaal en bossen waarmee de ovens verwarmd konden worden.
Lunéville (Demi-porcelaine Lunéville), Longwy en Badonviller liggen alle drie in het departement Meurthe-et-Moselle, in de regio Lorraine in het Noordoosten van Frankrijk. Deze streek heeft een lange traditie van aardewerkfabrieken die terugvoert tot het begin van de achttiende eeuw. In 1728 vestigt Jacques Chambrette de eerste aardewekfabriek in Lunéville, langs de rivier La Meuse (de Maas). Overal in deze bosrijke regio, de bomen geven een prima opbrengst voor de bakovens, wordt in die tijd aardewerk gemaakt: naast de al genoemde plaatsen ook in Saint-Clément, Pexonne, Niderviller en Sarreguemines.
De aardewerkfabriek van Badonviller is ontstaan nadat Nicolas Fenal, die sinds 1828 eigenaar van een fabriek in Pexonne was, zijn fabriek in 1897 verplaatst naar Badonviller. In 1887 werkten er 370 arbeiders in Pexonne, wat wel aangeeft hoe groot de fabriek was. De verhuizing naar Badonviller was dan ook opvallend, helemaal omdat er geen van de noodzakelijke grondstoffen voor het maken van aardewerk aanwezig waren: geen klei, geen kalk, geen kaolien. Toch lukte het Nicolas Fenal, en later zijn zoon Édouard, die ook de fabrieken in Lunéville en Saint-Clément kocht, om er een florerende fabriek van te maken.
Voilà, het begin van de geschiedenis van onze borden is er. Dat eet toch anders, nu ik iets van hun achtergrond weet. De meeste fabrieken uit die tijd zijn inmiddels gesloten, onze borden komen waarschijnlijk uit de laatste productiejaren en zullen ongeveer tussen de dertig en vijftig jaar oud zijn.De vaatwasser had mij deze geschiedenis overigens nooit geleerd.
Ik dek alvast de tafel voor het middageten met de zojuist afgedroogde borden van het ontbijt. Twee borden uit Saint-Amand-les-Eaux, één uit Lunéville en één uit Longwy. Want dat is ook het mooie van afwassen, dat het zowel de afronding van als de voorbereiding op een maaltijd is.
Dit verhaal was aanleiding voor een persreis die Martijn Couwenhoven vorig jaar in de Lorraine ondernam. De neerslag van de reis zal als artikel verschijnen in het zomernummer van magazine ‘Leven in Frankrijk’. Voor meer informatie: www.martijncouwenhoven.nl